Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nalaten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nalaat from Dutch to French

nalaten:

nalaten verb (laat na, liet na, lieten na, nagelaten)

  1. nalaten (veronachtzamen)
    négliger; laisser; léguer
    • négliger verb (néglige, négliges, négligeons, négligez, )
    • laisser verb (laisse, laisses, laissons, laissez, )
    • léguer verb (lègue, lègues, léguons, léguez, )
  2. nalaten (legateren; vermaken; vererven)
    laisser; léguer
    • laisser verb (laisse, laisses, laissons, laissez, )
    • léguer verb (lègue, lègues, léguons, léguez, )

Conjugations for nalaten:

o.t.t.
  1. laat na
  2. laat na
  3. laat na
  4. laten na
  5. laten na
  6. laten na
o.v.t.
  1. liet na
  2. liet na
  3. liet na
  4. lieten na
  5. lieten na
  6. lieten na
v.t.t.
  1. heb nagelaten
  2. hebt nagelaten
  3. heeft nagelaten
  4. hebben nagelaten
  5. hebben nagelaten
  6. hebben nagelaten
v.v.t.
  1. had nagelaten
  2. had nagelaten
  3. had nagelaten
  4. hadden nagelaten
  5. hadden nagelaten
  6. hadden nagelaten
o.t.t.t.
  1. zal nalaten
  2. zult nalaten
  3. zal nalaten
  4. zullen nalaten
  5. zullen nalaten
  6. zullen nalaten
o.v.t.t.
  1. zou nalaten
  2. zou nalaten
  3. zou nalaten
  4. zouden nalaten
  5. zouden nalaten
  6. zouden nalaten
diversen
  1. laat na!
  2. laat na!
  3. nagelaten
  4. nalatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nalaten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
laisser achterlaten; iemand iets nalaten; legateren; nalaten; vererven; vermaken; veronachtzamen afstaan; bevrijden; dulden; duren; ermee uitscheiden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; in vrijheid stellen; inwilligen; laten; laten staan; loslaten; losmaken; opgeven; ophouden; overgeven; permitteren; staken; stoppen; teruglaten; toelaten; toestaan; toestemmen; uitscheiden; van de boeien ontdoen; vergunnen; vrijlaten
léguer achterlaten; iemand iets nalaten; legateren; nalaten; vererven; vermaken; veronachtzamen
négliger nalaten; veronachtzamen links laten liggen; negeren; slordig maken; verloederen; versloffen; verslonzen; verwaarlozen; verzaken; verzuimen; wegcijferen

Wiktionary Translations for nalaten:

nalaten
verb
  1. donner par testament ou par autre acte de dernier volonté.
  2. manquer, soit volontairement, soit involontairement, à faire ou à dire ce qu’on pouvait, ce qu’on devait faire ou dire.

Cross Translation:
FromToVia
nalaten léguer bequeath — to give or leave by will
nalaten oublier forget — to unintentionally not do
nalaten laisser leave — To transfer possession after death