Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. citeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for citeer from Dutch to French

citeren:

citeren verb (citeer, citeert, citeerde, citeerden, geciteerd)

  1. citeren (aanhalen)
    citer
    • citer verb (cite, cites, citons, citez, )

Conjugations for citeren:

o.t.t.
  1. citeer
  2. citeert
  3. citeert
  4. citeren
  5. citeren
  6. citeren
o.v.t.
  1. citeerde
  2. citeerde
  3. citeerde
  4. citeerden
  5. citeerden
  6. citeerden
v.t.t.
  1. heb geciteerd
  2. hebt geciteerd
  3. heeft geciteerd
  4. hebben geciteerd
  5. hebben geciteerd
  6. hebben geciteerd
v.v.t.
  1. had geciteerd
  2. had geciteerd
  3. had geciteerd
  4. hadden geciteerd
  5. hadden geciteerd
  6. hadden geciteerd
o.t.t.t.
  1. zal citeren
  2. zult citeren
  3. zal citeren
  4. zullen citeren
  5. zullen citeren
  6. zullen citeren
o.v.t.t.
  1. zou citeren
  2. zou citeren
  3. zou citeren
  4. zouden citeren
  5. zouden citeren
  6. zouden citeren
en verder
  1. ben geciteerd
  2. bent geciteerd
  3. is geciteerd
  4. zijn geciteerd
  5. zijn geciteerd
  6. zijn geciteerd
diversen
  1. citeer!
  2. citeert!
  3. geciteerd
  4. citerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for citeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
citer aanhalen; citeren aankaarten; aansnijden; aanvoeren; benoemen; dagen; dagvaarden; een naam geven; entameren; erbij zeggen; noemen; op tafel leggen; opperen; opwerpen; te berde brengen; ter sprake brengen; vermelden; vernoemen; voor het gerecht dagen; voor het gerecht ontbieden; voor het gerecht roepen

Related Words for "citeren":

  • citer

Wiktionary Translations for citeren:

citeren
verb
  1. letterlijk aanhalen wat iemand anders over een onderwerp gezegd of geschreven heeft
citeren
Cross Translation:
FromToVia
citeren citer quote — to refer to a statement that has been made by someone else

External Machine Translations: