Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aankomend:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aankomend from Dutch to French

aankomend:


Translation Matrix for aankomend:

NounRelated TranslationsOther Translations
apprenti Benjamin; iemand die stage loopt; jonge leerling; jongmaatje; jongste bediende; jongste leerling; krullenjongen; kwekeling; leerjongen; pupil; stagiair
prochain medemens
proche naaste
ModifierRelated TranslationsOther Translations
apprenti aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
en herbe aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
entendu aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige begrepen; beoogd; voorgenomen
futur aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige komend
prochain aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige aanstaande; aanstonds; direct; eerstvolgend; komend; navolgend; onderstaande; terstond; volgend; volgende
proche aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige aangrenzend; aanpalend; belendend; dichtbij; geallieerd; gerelateerd; in de buurt; nabij; nabije; nabijgelegen; verwant; vlakbij
proposé aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige beoogd; voorgenomen; voorgesteld
à venir aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige aanstaande; eerstvolgend; komend

Wiktionary Translations for aankomend:

aankomend
adjective
  1. Voisin, suivant.