Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. beklaagde:
  2. beklagen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beklaagde from Dutch to French

beklaagde:

beklaagde [de ~] noun

  1. de beklaagde (verdachte; beschuldigde; gedaagde; aangeklaagde)
    le suspect; l'accusé; le prévenu; la suspecte; l'inculpé

Translation Matrix for beklaagde:

NounRelated TranslationsOther Translations
accusé aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte
inculpé aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte
prévenu aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte arrestant; gevangene
suspect aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte
suspecte aangeklaagde; beklaagde; beschuldigde; gedaagde; verdachte
ModifierRelated TranslationsOther Translations
suspect argwaan opwekkend; bedenkelijk; betwist; dubieus; kwestieus; omstreden; twijfelachtig; verdacht

Wiktionary Translations for beklaagde:

beklaagde
noun
  1. droit|fr ellipse|fr personne inculper.

beklagen:

beklagen verb (beklaag, beklaagt, beklaagde, beklaagden, beklaagd)

  1. beklagen (medelijden hebben)
    regretter; se repentir; déplorer; être désolé; être navré
    • regretter verb (regrette, regrettes, regrettons, regrettez, )
    • déplorer verb (déplore, déplores, déplorons, déplorez, )

Conjugations for beklagen:

o.t.t.
  1. beklaag
  2. beklaagt
  3. beklaagt
  4. beklagen
  5. beklagen
  6. beklagen
o.v.t.
  1. beklaagde
  2. beklaagde
  3. beklaagde
  4. beklaagden
  5. beklaagden
  6. beklaagden
v.t.t.
  1. heb beklaagd
  2. hebt beklaagd
  3. heeft beklaagd
  4. hebben beklaagd
  5. hebben beklaagd
  6. hebben beklaagd
v.v.t.
  1. had beklaagd
  2. had beklaagd
  3. had beklaagd
  4. hadden beklaagd
  5. hadden beklaagd
  6. hadden beklaagd
o.t.t.t.
  1. zal beklagen
  2. zult beklagen
  3. zal beklagen
  4. zullen beklagen
  5. zullen beklagen
  6. zullen beklagen
o.v.t.t.
  1. zou beklagen
  2. zou beklagen
  3. zou beklagen
  4. zouden beklagen
  5. zouden beklagen
  6. zouden beklagen
diversen
  1. beklaag!
  2. beklaagt!
  3. beklaagd
  4. beklagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beklagen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
déplorer beklagen; medelijden hebben betreuren; bewenen; condoleren; ideologie delen; jammer vinden; medeleven betuigen; meeleven; meevoelen; spijten; sympathiseren
regretter beklagen; medelijden hebben berouwen; betreuren; jammer vinden; spijten; terugverlangen
se repentir beklagen; medelijden hebben berouwen; betreuren; spijten
être désolé beklagen; medelijden hebben betreuren; spijten
être navré beklagen; medelijden hebben betreuren; spijten

Wiktionary Translations for beklagen:

beklagen
verb
  1. ontevredenheid uiten, klachten indienen
  2. iemands leed bejammeren
beklagen