Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. afwezigheid:
  2. afwezig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afwezigheid from Dutch to French

afwezigheid:

afwezigheid [de ~ (v)] noun

  1. de afwezigheid (niet aanwezig zijn; absentie)
    l'absence
  2. de afwezigheid (verstrooidheid)

Translation Matrix for afwezigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
absence absentie; afwezigheid; niet aanwezig zijn absentie; gebrek; krapte; schaarsheid; schaarste; schoolverzuim; tekort; verzuim
absence d'esprit afwezigheid; verstrooidheid

Related Words for "afwezigheid":


Wiktionary Translations for afwezigheid:

afwezigheid
noun
  1. het afwezig zijn op een bepaald tijdstip en plaats
afwezigheid
noun
  1. Le fait d’être absent.
  2. état de ce qui est insuffisant.
  3. absence, défaut, fait de manquer.
  4. perte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir.
  5. défaut, imperfection grave qui rendre une personne ou une chose plus ou moins impropre à sa destination.

Cross Translation:
FromToVia
afwezigheid absence absence — state of being away
afwezigheid absence absence — lack; deficiency; nonexistence

afwezigheid form of afwezig:

afwezig adj

  1. afwezig (gedachteloos; absent)

Translation Matrix for afwezig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
hébété absent; afwezig; gedachteloos daas; doezelig; dof; duf; geesteloos; mat; met de mond vol tanden; met open mond; soezerig; sprakeloos; suf; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; versuft; verwonderd

Related Words for "afwezig":


Antonyms for "afwezig":


Related Definitions for "afwezig":

  1. er niet met je hoofd bij zijn, niet opletten1
    • wat zit je weer afwezig te kijken!1
  2. er niet zijn1
    • hoeveel studenten waren vandaag afwezig?1

Wiktionary Translations for afwezig:

afwezig
adjective
  1. niet op een bepaald tijdstip en plaats zijn
afwezig
adjective
  1. Qui n’est pas là où on l’attend.

Cross Translation:
FromToVia
afwezig absent absent — being away from a place
afwezig absent absent — not existing
afwezig absent absent — inattentive
afwezig absent abwesendnicht gegenwärtig sein, nicht präsent sein, zu einem bestimmten Zeitpunkt oder in einem bestimmten Zeitraum fehlend