Dutch
Detailed Translations for afrit from Dutch to French
afrit:
-
de afrit
Translation Matrix for afrit:
Noun | Related Translations | Other Translations |
départ | afrit | aanvang; aanvangstijd; afreis; afvaart; afvaren; afvliegen; begin; begintijd; heengaan; inzet; opening; start; starttijd; uitvaren; vertrek; vertrekken; vertrektijd; weggaan; wegvliegen |
embranchement | afrit | aaneenschakeling; aftakking; driesprong; knooppunt; kruispunt; onderafdeling; samenstroming; samentrekking; samenvloeiing; samenvoeging; splitsing; spruitstuk; tweesprong; verkeersknooppunt; vertakking; wegsplitsing; zijspoor |
sortie | afrit | dagje uit; een uitval doen; tochtje; toertje; trip; uitgang; uitgifte; uitje; uitloop; uitrit; uitstapje; uitweg |