Dutch

Detailed Translations for perste from Dutch to Spanish

perste form of per:

per adj

  1. per
    por
  2. per (vanaf)
    desde

Translation Matrix for per:

OtherRelated TranslationsOther Translations
desde sindsdien; van
ModifierRelated TranslationsOther Translations
desde per; vanaf onderuit; van onderen; vanaf het punt
por per bij; daarvoor; erbij; erop; ervoor; gepasseerd; om; omtrent; ongeveer; over; over dit; overheen; vanwege; voor; voorbij; wegens; à

Related Words for "per":

  • perst, perste

Related Definitions for "per":

  1. gerekend naar elke1
    • die boeken kosten een tientje per stuk1
  2. met de1
    • we reizen per bus1
  3. met ingang van1
    • per 1 januari gaan we om zes uur dicht1

Wiktionary Translations for per:


Cross Translation:
FromToVia
per por by — indicates a means
per por by — steady progression
per por per — for each
per por via — by (means of); using (a medium)
per en; en cuanto a; por lo tocante a; respecto de; acerca de; sobre; dentro de; a; hacia enTraductions à trier suivant le sens

persen:

persen verb (pers, perst, perste, persten, geperst)

  1. persen
  2. persen (uitpersen; leegknijpen)

Conjugations for persen:

o.t.t.
  1. pers
  2. perst
  3. perst
  4. persen
  5. persen
  6. persen
o.v.t.
  1. perste
  2. perste
  3. perste
  4. persten
  5. persten
  6. persten
v.t.t.
  1. heb geperst
  2. hebt geperst
  3. heeft geperst
  4. hebben geperst
  5. hebben geperst
  6. hebben geperst
v.v.t.
  1. had geperst
  2. had geperst
  3. had geperst
  4. hadden geperst
  5. hadden geperst
  6. hadden geperst
o.t.t.t.
  1. zal persen
  2. zult persen
  3. zal persen
  4. zullen persen
  5. zullen persen
  6. zullen persen
o.v.t.t.
  1. zou persen
  2. zou persen
  3. zou persen
  4. zouden persen
  5. zouden persen
  6. zouden persen
en verder
  1. is geperst
  2. zijn geperst
diversen
  1. pers!
  2. perst!
  3. geperst
  4. persend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for persen:

NounRelated TranslationsOther Translations
apretar aanschroeven; afklemmen; afknijpen; vastschroeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
apretar persen aandrukken; afklemmen; afknellen; afknijpen; bedenken; comprimeren; drukken; fantaseren; indrukken; induwen; ineen duwen; knellen; met gespannen voorwerp omsluiten; nijpen; omspannen; overspannen; proppen; samenballen; samendrukken; samenpersen; schroeven; strak zitten; uitdenken; vastdrukken; vastknijpen; verdichten; verzinnen; voorwenden
estrujar leegknijpen; persen; uitpersen bedenken; comprimeren; fantaseren; fijnmaken; klemmen; knellen; kreukelen; kreuken; omklemmen; platdrukken; samendrukken; samenpersen; uitdenken; verbrijzelen; verdichten; verfromfraaien; verfrommelen; vergruizen; verkreukelen; vermorzelen; verpletteren; verzinnen; voorwenden
explotar leegknijpen; persen; uitpersen aan stukken springen; bewerkstelligen; bouwklaar maken; exploderen; exploiteren; klappen; laten exploderen; ontginnen; ontploffen; ontwikkelen; opblazen; ploffen; profiteren; realiseren; springen; tot ontwikkeling brengen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uitbuiten; verwerkelijken; verwezenlijken; voor landbouw klaar maken; voordeel trekken
exprimir leegknijpen; persen; uitpersen fijnmaken; inpersen; leegknijpen; platdrukken; uitdrukken; uitknijpen; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren
oprimir persen beklemmen; benauwen; butsen; een deuk maken in; indeuken; indrukken; induwen; naar beneden drukken; verdrukken
pesar sobre persen belasten; bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren; opdragen
prensar persen comprimeren; samendrukken; samenpersen
presionar persen

Related Words for "persen":


Wiktionary Translations for persen:


Cross Translation:
FromToVia
persen encajar; enchufar shoehorn — to exert great effort to insert or include something
persen exprimir; apretar squeeze — to apply pressure to from two or more sides at once
persen urgir; apremiar; apretar; presionar; insistir; acelerar; activar; adelantar; apresurar presserexercer une pression, serrer plus ou moins fort.
persen apretar serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).