Summary


Dutch

Detailed Translations for nalaten from Dutch to Spanish

nalaten:

nalaten verb (laat na, liet na, lieten na, nagelaten)

  1. nalaten (veronachtzamen)
  2. nalaten (legateren; vermaken; vererven)
  3. nalaten (iemand iets nalaten; vermaken)

Conjugations for nalaten:

o.t.t.
  1. laat na
  2. laat na
  3. laat na
  4. laten na
  5. laten na
  6. laten na
o.v.t.
  1. liet na
  2. liet na
  3. liet na
  4. lieten na
  5. lieten na
  6. lieten na
v.t.t.
  1. heb nagelaten
  2. hebt nagelaten
  3. heeft nagelaten
  4. hebben nagelaten
  5. hebben nagelaten
  6. hebben nagelaten
v.v.t.
  1. had nagelaten
  2. had nagelaten
  3. had nagelaten
  4. hadden nagelaten
  5. hadden nagelaten
  6. hadden nagelaten
o.t.t.t.
  1. zal nalaten
  2. zult nalaten
  3. zal nalaten
  4. zullen nalaten
  5. zullen nalaten
  6. zullen nalaten
o.v.t.t.
  1. zou nalaten
  2. zou nalaten
  3. zou nalaten
  4. zouden nalaten
  5. zouden nalaten
  6. zouden nalaten
diversen
  1. laat na!
  2. laat na!
  3. nagelaten
  4. nalatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nalaten:

NounRelated TranslationsOther Translations
dejar afstappen; afzien van; neerzetten
VerbRelated TranslationsOther Translations
dejar achterlaten; iemand iets nalaten; nalaten; vermaken; veronachtzamen afhaken; aflaten; afvallen; afzeggen; afzetten; afzien van; bevrijden; droppen; ergens loslaten; eruitstappen; heengaan; hooghouden; in de hoogte houden; in de steek laten; in vrijheid stellen; laten; laten uitstappen; loskrijgen; loslaten; losmaken; lostornen; omhooghouden; opgeven; ophouden; overlaten; permitteren; stoppen; toelaten; tornen; uithalen; uittrekken; van de boeien ontdoen; verlaten; vertrekken; vrijaf geven; vrijgeven; vrijlaten
dejar atrás achterlaten; iemand iets nalaten; nalaten; vermaken neerhalen; neersabelen
dejar en herencia achterlaten; iemand iets nalaten; legateren; nalaten; vererven; vermaken
desatender nalaten; veronachtzamen
descuidar nalaten; veronachtzamen verloederen; versloffen; verslonzen; verwaarlozen; wegcijferen
legar legateren; nalaten; vererven; vermaken

Wiktionary Translations for nalaten:


Cross Translation:
FromToVia
nalaten heredar; ceder; dejar; legar bequeath — to give or leave by will
nalaten olvidar forget — to unintentionally not do
nalaten dejar; legar leave — To transfer possession after death
nalaten perecear neglect — failure due to carelessness
nalaten desaprovechar omettremanquer, soit volontairement, soit involontairement, à faire ou à dire ce qu’on pouvait, ce qu’on devait faire ou dire.

Related Translations for nalaten