Summary


Dutch

Detailed Translations for mokte from Dutch to Spanish

mokken:

mokken verb (mok, mokt, mokte, mokten, gemokt)

  1. mokken (kniezen)

Conjugations for mokken:

o.t.t.
  1. mok
  2. mokt
  3. mokt
  4. mokken
  5. mokken
  6. mokken
o.v.t.
  1. mokte
  2. mokte
  3. mokte
  4. mokten
  5. mokten
  6. mokten
v.t.t.
  1. heb gemokt
  2. hebt gemokt
  3. heeft gemokt
  4. hebben gemokt
  5. hebben gemokt
  6. hebben gemokt
v.v.t.
  1. had gemokt
  2. had gemokt
  3. had gemokt
  4. hadden gemokt
  5. hadden gemokt
  6. hadden gemokt
o.t.t.t.
  1. zal mokken
  2. zult mokken
  3. zal mokken
  4. zullen mokken
  5. zullen mokken
  6. zullen mokken
o.v.t.t.
  1. zou mokken
  2. zou mokken
  3. zou mokken
  4. zouden mokken
  5. zouden mokken
  6. zouden mokken
diversen
  1. mok!
  2. mokt!
  3. gemokt
  4. mokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mokken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
enfurruñarse kniezen; mokken aftobben; bouderen; een pruillip trekken; kwaad zijn; pruilen; schuimbekken; tobben; woedend zijn
estar de morros kniezen; mokken bouderen; een pruillip trekken; pruilen
poner morritos kniezen; mokken bouderen; een pruillip trekken; kwaad zijn; pruilen; schuimbekken; woedend zijn

Related Words for "mokken":