Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate malheden

Translate malheden from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

malheid:
- broma; locura; tontería; tonterías; bromas; cachondeo; guasa

Dutch

Detailed Translations for malheden from Dutch to Spanish

malheid:

malheid [de ~ (v)] noun

de malheid
la broma; la locura; la tontería; la tonterías; la bromas; el cachondeo; la guasa
- broma [la ~] noun
- locura [la ~] noun
- tontería [la ~] noun
- tonterías [la ~] noun
- bromas [la ~] noun
- cachondeo [el ~] noun
- guasa [la ~] noun

Translation Matrix for malheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
broma	malheid	aardigheid; dwaasheid; dwaze vertoning; farce; gein; geintje; gekheid; gekkigheid; gekte; grap; grapje; grappenmakerij; idioterie; jolijt; keet; klucht; koddig verhaal; leukheid; leut; lol; lolletje; paalworm; plezier; pret; pretje; scherts; uiting van vrolijkheid; zotheid
bromas	malheid	gein; grapjes; jolijt; keet; kwinkslagen; leukheid; leut; lol; lolletjes; moppen; plezier; pret; schertsen
cachondeo	malheid	gein; grappenmakerij; jolijt; keet; leukheid; leut; lol; plezier; pret
guasa	malheid	geestesstoring; leukheid
locura	malheid	aardigheid; absurditeit; dwaasheid; geestesstoring; geestesziekte; gein; geintje; gekheid; gekke streek; gekkenwerk; grapje; idioterie; jolijt; keet; leut; lol; lolletje; ongerijmdheid; onverstand; onzinnigheid; plezier; poets; pret; pretje; rare streek; scherts; streek; uitzinnigheid; verdwaasdheid; verdwazing; waanzinnigheid
tontería	malheid	achterlijkheid; bagatel; dingetje; dolheid; flauwe grap; flauwiteit; furie; futiliteit; geesteloosheid; geestesziekte; gekheid; idioterie; kleinigheid; klets; kletspraat; kolder; krankzinnigheid; malligheid; niemendalletje; onbelangrijk iets; onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid; peulenschil; quatsch; razernij; schaapachtigheid; waanzin; wambuis; wissewasje
tonterías	malheid	achterklap; achterlijkheid; apekool; dwaasheden; flauwekul; gebabbel; gebazel; gebeuzel; gekeuvel; geklap; geklep; geklets; gekwebbel; geleuter; gelul; geroddel; gewauwel; gezwam; gezwets; humbug; idioterie; klap; klets; kletskoek; kletspraat; kolder; kolderverhaal; krankzinnigheid; kul; larie; leuterpraat; nonsens; ongein; onzin; praatjes; prietpraat; quatsch; rimram; roddel; roddelpraat; roddels; waanzin; zotteklap

Related Words for "malheid":

malheden, mal

External Machine Translations: