Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. aankomst:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aankomst from Dutch to Spanish

aankomst:

aankomst [de ~ (v)] noun

  1. de aankomst (komst)
    la entrada
  2. de aankomst (binnenkomst)
    la entrada; el ingresos

Translation Matrix for aankomst:

NounRelated TranslationsOther Translations
entrada aankomst; binnenkomst; komst aanbetaling; binnenkomst; boeking; deur; entree; hal; hoofdwoord; huisdeur; ingang; inkomst; inlaat; inrit; inschrijving; intocht; intrede; invaart; inval; invasie; invoer; lemma; oprijlaan; oprit; plaatsing van artikel; politie-inval; portaal; schouwburgkaartje; toegang; toelating; vermelding; vestibule; voorportaal
ingresos aankomst; binnenkomst arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; inkomsten; intredingen; loon; ontvangsten; opbrengst; revenu; salaris; soldij; traktement; verdienste; verdiensten; wedde

Wiktionary Translations for aankomst:

aankomst
noun
  1. de bestemming bereiken, het aankomen

Cross Translation:
FromToVia
aankomst arribo; venida; llegada arrival — act of arriving or something that has arrived
aankomst llegada arrivageabord, arrivée des navires dans un port.
aankomst llegada arrivéeaction d’arriver.