Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. zus:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zus from Dutch to Spanish

zus:

zus adv

  1. zus
    tal

zus [de ~ (v)] noun

  1. de zus (zuster)
    – vrouw of meisje met dezelfde ouders als jij 1
    la hermana

Translation Matrix for zus:

NounRelated TranslationsOther Translations
hermana zus; zuster
- broer; broer of zus; zuster
ModifierRelated TranslationsOther Translations
tal zus dergelijk; dergelijke; dusdanig; zo een; zo'n; zodanig; zoiets; zulk; zulke

Synonyms for "zus":


Antonyms for "zus":


Related Definitions for "zus":

  1. meisje van wie je de naam niet kent1
    • hé zus, ga eens opzij!1
  2. vrouw of meisje met dezelfde ouders als jij1
    • mijn zus is een jaar jonger dan ik1

Wiktionary Translations for zus:

zus
noun
  1. een ander kind van dezelfde ouders van het vrouwelijk geslacht

Cross Translation:
FromToVia
zus hermana sister — woman or girl having the same parents
zus hermana; sor sister — a nun; a female member of a religious community

Related Translations for zus