Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. totstandbrengen:
  2. tot stand brengen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tot stand brengen from Dutch to Spanish

totstandbrengen:

totstandbrengen verb (breng totstand, brengt totstand, bracht totstand, brachten totstand, totstandgebracht)

  1. totstandbrengen

Conjugations for totstandbrengen:

o.t.t.
  1. breng totstand
  2. brengt totstand
  3. brengt totstand
  4. brengen totstand
  5. brengen totstand
  6. brengen totstand
o.v.t.
  1. bracht totstand
  2. bracht totstand
  3. bracht totstand
  4. brachten totstand
  5. brachten totstand
  6. brachten totstand
v.t.t.
  1. heb totstandgebracht
  2. hebt totstandgebracht
  3. heeft totstandgebracht
  4. hebben totstandgebracht
  5. hebben totstandgebracht
  6. hebben totstandgebracht
v.v.t.
  1. had totstandgebracht
  2. had totstandgebracht
  3. had totstandgebracht
  4. hadden totstandgebracht
  5. hadden totstandgebracht
  6. hadden totstandgebracht
o.t.t.t.
  1. zal totstandbrengen
  2. zult totstandbrengen
  3. zal totstandbrengen
  4. zullen totstandbrengen
  5. zullen totstandbrengen
  6. zullen totstandbrengen
o.v.t.t.
  1. zou totstandbrengen
  2. zou totstandbrengen
  3. zou totstandbrengen
  4. zouden totstandbrengen
  5. zouden totstandbrengen
  6. zouden totstandbrengen
en verder
  1. ben totstandgebracht
  2. bent totstandgebracht
  3. is totstandgebracht
  4. zijn totstandgebracht
  5. zijn totstandgebracht
  6. zijn totstandgebracht
diversen
  1. breng totstand!
  2. brengt totstand!
  3. totstandgebracht
  4. totstandbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for totstandbrengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
realizar totstandbrengen afmaken; afsluiten; bedingen; bewerkstelligen; beëindigen; doden; doen; doodmaken; doodslaan; een einde maken aan; een prestatie leveren; eindigen; fixen; handelen; klaarspelen; lappen; liquideren; ombrengen; ophouden; presteren; realiseren; stoppen; tot stand brengen; uitrichten; uitvoeren; van kant maken; vermoorden; verrichten; verwerkelijken; verwezenlijken; voor elkaar krijgen; waarmaken

tot stand brengen:

tot stand brengen verb (breng tot stand, brengt tot stand, bracht tot stand, brachten tot staden, tot stand gebracht)

  1. tot stand brengen (voor elkaar krijgen)

Conjugations for tot stand brengen:

o.t.t.
  1. breng tot stand
  2. brengt tot stand
  3. brengt tot stand
  4. brengen tot stand
  5. brengen tot stand
  6. brengen tot stand
o.v.t.
  1. bracht tot stand
  2. bracht tot stand
  3. bracht tot stand
  4. brachten tot staden
  5. brachten tot staden
  6. brachten tot staden
v.t.t.
  1. heb tot stand gebracht
  2. hebt tot stand gebracht
  3. heeft tot stand gebracht
  4. hebben tot stand gebracht
  5. hebben tot stand gebracht
  6. hebben tot stand gebracht
v.v.t.
  1. had tot stand gebracht
  2. had tot stand gebracht
  3. had tot stand gebracht
  4. hadden tot stand gebracht
  5. hadden tot stand gebracht
  6. hadden tot stand gebracht
o.t.t.t.
  1. zal tot stand brengen
  2. zult tot stand brengen
  3. zal tot stand brengen
  4. zullen tot stand brengen
  5. zullen tot stand brengen
  6. zullen tot stand brengen
o.v.t.t.
  1. zou tot stand brengen
  2. zou tot stand brengen
  3. zou tot stand brengen
  4. zouden tot stand brengen
  5. zouden tot stand brengen
  6. zouden tot stand brengen
en verder
  1. ben tot stand gebracht
  2. bent tot stand gebracht
  3. is tot stand gebracht
  4. zijn tot stand gebracht
  5. zijn tot stand gebracht
  6. zijn tot stand gebracht
diversen
  1. breng tot stand!
  2. brengt tot stand!
  3. tot stand gebracht
  4. tot stand brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tot stand brengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
componer tot stand brengen; voor elkaar krijgen aandoen; berokkenen; componeren; in het leven roepen; maken; muziek componeren; neerleggen; onderuit halen; op muziek zetten; plaatsen; posten; posteren; scheppen; stationeren; toonzetten; veroorzaken
confeccionar tot stand brengen; voor elkaar krijgen aandoen; berokkenen; muziek componeren; veroorzaken
ganar tot stand brengen; voor elkaar krijgen aankopen; aanschaffen; behalen; binnenbrengen; binnenhalen; buitmaken; de kost verdienen; de overwinning behalen; gewinnen; halen; in het leven roepen; kopen; kostwinnen; maken; pakken; scheppen; vangen; verdienen; verkrijgen; verwerven; winnen; zegevieren
plasmar tot stand brengen; voor elkaar krijgen
realizar tot stand brengen; voor elkaar krijgen afmaken; afsluiten; bedingen; bewerkstelligen; beëindigen; doden; doen; doodmaken; doodslaan; een einde maken aan; een prestatie leveren; eindigen; fixen; handelen; klaarspelen; lappen; liquideren; ombrengen; ophouden; presteren; realiseren; stoppen; totstandbrengen; uitrichten; uitvoeren; van kant maken; vermoorden; verrichten; verwerkelijken; verwezenlijken; voor elkaar krijgen; waarmaken
remendar tot stand brengen; voor elkaar krijgen afwisselen; fiksen; goedmaken; herstellen; herzien; in het leven roepen; klusje opknappen; klussen; maken; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; rechtzetten; renoveren; repareren; restaureren; scheppen; veranderen; verstellen; verwisselen; wijzigen
reparar tot stand brengen; voor elkaar krijgen afwisselen; beteren; bijwerken; corrigeren; fiksen; gezond maken; goed gaan; goedmaken; hernieuwen; herstellen; herstructureren; herzien; het goed maken; hotfix; hotfixpakket; in het leven roepen; maken; rechtzetten; rectificeren; renoveren; repareren; restaureren; scheppen; veranderen; verbeteren; vernieuwen; verstellen; verwisselen; wijzigen

Wiktionary Translations for tot stand brengen:


Cross Translation:
FromToVia
tot stand brengen realizar; efectivar; cumplir; llevar a cabo; ejecutar réaliser — construire

External Machine Translations:

Related Translations for tot stand brengen