Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gelden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geldend from Dutch to Spanish

gelden:

gelden verb (geldt, gold, gegolden)

  1. gelden (van kracht zijn)

Conjugations for gelden:

o.t.t.
  1. geldt
  2. gelden
o.v.t.
  1. gold
  2. golden
v.t.t.
  1. heeft gegolden
  2. hebben gegolden
v.v.t.
  1. had gegolden
  2. hadden gegolden
o.t.t.t.
  1. zal gelden
  2. zullen gelden
o.v.t.t.
  1. zou gelden
  2. zouden gelden
diversen
  1. gegolden
  2. geldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gelden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
validar gelden; van kracht zijn valideren

Related Words for "gelden":


Related Definitions for "gelden":

  1. van toepassing zijn1
    • deze regel geldt niet meer1

Wiktionary Translations for gelden:


Cross Translation:
FromToVia
gelden aplicar apply — to be relevant to a specified individual
gelden mirar; concernir; incumbir regarder — voir, observer


Wiktionary Translations for geldend:


Cross Translation:
FromToVia
geldend válido; vigente valable — Qui est acceptable, bien fondé.

External Machine Translations:

Related Translations for geldend