Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- vergelden:
-
Wiktionary:
- vergelden → llevar, reprender, recompensar, galardonar
Dutch
Detailed Translations for vergelden from Dutch to Spanish
vergelden:
-
vergelden (wreken)
-
vergelden (met gelijke munt terugbetalen; de bal terugkaatsen)
Conjugations for vergelden:
o.t.t.
- vergeld
- vergeldt
- vergeldt
- vergelden
- vergelden
- vergelden
o.v.t.
- vergold
- vergold
- vergold
- vergolden
- vergolden
- vergolden
v.t.t.
- heb vergolden
- hebt vergolden
- heeft vergolden
- hebben vergolden
- hebben vergolden
- hebben vergolden
v.v.t.
- had vergolden
- had vergolden
- had vergolden
- hadden vergolden
- hadden vergolden
- hadden vergolden
o.t.t.t.
- zal vergelden
- zult vergelden
- zal vergelden
- zullen vergelden
- zullen vergelden
- zullen vergelden
o.v.t.t.
- zou vergelden
- zou vergelden
- zou vergelden
- zouden vergelden
- zouden vergelden
- zouden vergelden
diversen
- vergeld!
- vergeldt!
- vergolden
- vergeldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vergelden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
resonar | daveren; denderen; dreunen | |
retumbar | daveren; denderen; dreunen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
resonar | de bal terugkaatsen; met gelijke munt terugbetalen; vergelden | daveren; denderen; dreunen; druisen; druist in tegen; echoën; galmen; herhalen; inklinken; met krachtige stem zingen; nabouwen; naklinken; napraten; nazeggen; resoneren; schallen; weergalmen; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen |
retumbar | de bal terugkaatsen; met gelijke munt terugbetalen; vergelden | daveren; denderen; dreunen; echoën; galmen; met krachtige stem zingen; naklinken; sakkeren; weerklinken |
vengar | vergelden; wreken | zich wreken |
vengarse | vergelden; wreken | zich wreken |
Wiktionary Translations for vergelden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vergelden | → llevar; reprender | ↔ reprendre — Prendre de nouveau. (Sens général) |
• vergelden | → recompensar; galardonar | ↔ récompenser — donner une récompense, faire du bien à quelqu’un en reconnaissance de quelque service, ou en faveur de quelque bonne action. |