Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. raap:
  2. rapen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for raap from Dutch to Spanish

raap:

raap [de ~] noun

  1. de raap (knolraap)
    el colinabo

Translation Matrix for raap:

NounRelated TranslationsOther Translations
colinabo knolraap; raap koolraap

Related Words for "raap":


Wiktionary Translations for raap:


Cross Translation:
FromToVia
raap nabo turnip — white root of Brassica rapa

rapen:

rapen [het ~] noun

  1. het rapen
    el recoger

Translation Matrix for rapen:

NounRelated TranslationsOther Translations
recoger rapen inhalen; naar binnen halen
VerbRelated TranslationsOther Translations
recoger afdekken; afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; afplukken; afruimen; bergen; betrappen; bijeen harken; bijeen scharrelen; bijeenrapen; bijeenschrapen; bijeenzamelen; binnen halen; binnenbrengen; binnenhalen; geld in ontvangst nemen; incasseren; inhalen; innen; inzamelen; meenemen; naar binnen halen; oogsten; opbergen; opeenhopen; ophalen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opruimen; opsnappen; opvegen; plukken; samenpakken; samenrapen; snappen; sparen; vergaren; verzamelen; wegbergen; weghalen; wegnemen

Related Words for "rapen":


Wiktionary Translations for rapen:


Cross Translation:
FromToVia
rapen coleccionar collectionner — Réunir en collections.
rapen recoger ramasser — Faire un amas, un assemblage, une collection de choses.
rapen coleccionar; acumular; reunir; juntar rassemblerassembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.
rapen recoger recueillir — (vieilli) rassembler les fruits d’une terre, en faire la récolte ; on dit plutôt « récolter ».