Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. avontuur:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for avontuur from Dutch to Spanish

avontuur:

avontuur [het ~] noun

  1. het avontuur
    la aventura; la peripecias; la vicisitudes

Translation Matrix for avontuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
aventura avontuur ambacht; avonturen; escapade; gewaagde onderneming; gok; kans; lotgeval; lotgevallen; métier; risico; risicovolle onderneming; stiel; uitstapje; vak; waagstuk; weddenschap
peripecias avontuur lotgeval
vicisitudes avontuur lotgeval

Related Words for "avontuur":


Wiktionary Translations for avontuur:

avontuur
noun
  1. een onderneming waarvan de uitkomst niet bij voorbaat vaststaat

Cross Translation:
FromToVia
avontuur aventura adventure — encountering of risks
avontuur aventura adventure — remarkable occurrence
avontuur aventura adventure — that which happens without design
avontuur aventura aventure — Ce qui arriver d’inopiné, d’extraordinaire à quelqu’un.