Summary
Dutch
Detailed Translations for lucht from Dutch to Spanish
lucht:
-
de lucht (buitenlucht; openlucht)
-
de lucht (dampkring rond aarde; atmosfeer; dampkring; luchtmassa)
-
de lucht (zuurstof; adem)
-
de lucht (geur; bouquet; aroma; reuk; geurtje)
Translation Matrix for lucht:
Noun | Related Translations | Other Translations |
aire | buitenlucht; lucht; openlucht | aangezicht; aanzien; air; buitenkant; deun; gedaante; gelaat; melodie; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; wijs |
aire libre | buitenlucht; lucht; openlucht | |
aroma | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk | aroma; boeket; bos bloemen; geur; geurstof; reuk; reukvermogen; reukzin; smaakversterker |
atmósfera | atmosfeer; buitenlucht; dampkring; dampkring rond aarde; lucht; luchtmassa; openlucht | atmosfeer; sfeer |
buqué | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk | bloemetje; bloemstuk; boeket; bos bloemen; ruiker; tuil |
fragancia | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk | |
olor | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk | luchtje |
oxígeno | adem; lucht; zuurstof | zuurstof |
perfume | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk | geurwater; odeur; parfum; reukwater |
tufillo | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk | |
- | geur; hemel |
Related Words for "lucht":
Synonyms for "lucht":
Related Definitions for "lucht":
Wiktionary Translations for lucht:
lucht
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lucht | → aire | ↔ air — historical: one of the basic elements |
• lucht | → aire | ↔ air — mixture of gases making up the atmosphere of the Earth |
• lucht | → firmamento; cielo | ↔ heaven — sky |
• lucht | → firmamento; cielo | ↔ sky — atmosphere above a point |
• lucht | → aire | ↔ air — mélange gazeux constituer l’atmosphère. |
• lucht | → aéreo | ↔ aérien — Qui est d’air, à l’air, de l’air, ou qui se passe dans l’air |
• lucht | → cielo | ↔ ciel — Traductions à trier suivant le sens |
• lucht | → olor | ↔ odeur — sensation que produire sur l’odorat les émanations des corps. |
lucht form of luchten:
-
luchten (afreageren)
Conjugations for luchten:
o.t.t.
- lucht
- lucht
- lucht
- luchten
- luchten
- luchten
o.v.t.
- luchtte
- luchtte
- luchtte
- luchtten
- luchtten
- luchtten
v.t.t.
- heb gelucht
- hebt gelucht
- heeft gelucht
- hebben gelucht
- hebben gelucht
- hebben gelucht
v.v.t.
- had gelucht
- had gelucht
- had gelucht
- hadden gelucht
- hadden gelucht
- hadden gelucht
o.t.t.t.
- zal luchten
- zult luchten
- zal luchten
- zullen luchten
- zullen luchten
- zullen luchten
o.v.t.t.
- zou luchten
- zou luchten
- zou luchten
- zouden luchten
- zouden luchten
- zouden luchten
en verder
- ben gelucht
- bent gelucht
- is gelucht
- zijn gelucht
- zijn gelucht
- zijn gelucht
diversen
- lucht!
- lucht!
- gelucht
- luchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for luchten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
desahogar | ontlasting; van een last ontdoen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
desahogar | afreageren; luchten | ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; opluchten; vrijstellen |
Related Words for "luchten":
Related Definitions for "luchten":
Wiktionary Translations for luchten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• luchten | → airear; aerar | ↔ air — to bring into contact with the air |
• luchten | → aeración | ↔ Lufterneuerung — Austausch der Luft in einem Raum oder in einem Gebäude |
• luchten | → airear; ventilar; aventar | ↔ aérer — assainir en mettre en contact avec l’air. |
• luchten | → ventilar; aventar | ↔ ventiler — renouveler l’air au moyen d’un ventilateur. |
• luchten | → airear; ventilar | ↔ éventer — rafraîchir par l’air au moyen d’un éventail ou de tout autre objet. |