Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate zekerheden

Translate zekerheden from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

zekerheid:
- certainty; consistency; firmness; positiveness; absoluteness; self-confidence
Wiktionary:
- zekerheid → certainty, reliable
- zekerheid → confidence, safety, security

Dutch

Detailed Translations for zekerheden from Dutch to English

zekerheden:

Related Words for "zekerheden":

zekerheid

zekerheid:

zekerheid [de ~ (v)] noun

de zekerheid (vastigheid; vastheid; stelligheid; gewisheid)
the certainty; the consistency; the firmness; the positiveness
- certainty [the ~] noun
- consistency [the ~] noun
- firmness [the ~] noun
- positiveness [the ~] noun
de zekerheid (volstrektheid)
the absoluteness
- absoluteness [the ~] noun
de zekerheid (zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid; vastberadenheid; stelligheid)
the self-confidence
- self-confidence [the ~] noun

Translation Matrix for zekerheid:

Related Words for "zekerheid":

zekerheden, zeker

Antonyms for "zekerheid":

mogelijkheid

Related Definitions for "zekerheid":

waar je niet aan twijfelt¹
- we hebben nu zekerheid over zijn verblijfplaats¹
veiligheid¹
- voor alle zekerheid gaat de deur op slot¹

Wiktionary Translations for zekerheid:

zekerheid

noun

het uitgesloten zijn van andere mogelijkheden
- zekerheid → certainty

zekerheid

noun

state of being certain
- certainty → zekerheid
something reliable or dependable
- reliable → zekerheid

Cross Translation:

From	To	Via
• zekerheid	→ confidence; safety; security	↔ sécurité — confiance, tranquillité d’esprit qui résulter de l’opinion, bien ou mal fonder, qu’on n’a pas à craindre de danger.

¹Muiswerk Woordenboek