Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vrijspraak bepleiten:


Dutch

Detailed Translations for vrijspraak bepleiten from Dutch to English

vrijspraak bepleiten:

vrijspraak bepleiten verb

  1. vrijspraak bepleiten (vrijpleiten)
    exonerate; to exculpate; to clear

Translation Matrix for vrijspraak bepleiten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
clear vrijpleiten; vrijspraak bepleiten afdekken; afruimen; banen; bevrijden; dechargeren; emanciperen; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; onschuldig verklaren; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verlossen; verrekenen; vrijmaken; vrijpleiten; vrijspreken; vrijvechten; wissen; zuiveren
exculpate vrijpleiten; vrijspraak bepleiten
exonerate vrijpleiten; vrijspraak bepleiten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
clear aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bevattelijk; blank; bleek; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; direct; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; gereed; geëindigd; helder; helderklinkend; herkenbaar; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kleurloos; kwiek; levendig; loos; lustig; monter; onbewolkt; ongekleurd; onmiskenbaar; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; over; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; transparant; uit; uitgelaten; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; vrij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonder taak; zonneklaar; zonnig

Related Translations for vrijspraak bepleiten