Dutch

Detailed Translations for toegeeflijkheid from Dutch to English

toegeeflijkheid:

toegeeflijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de toegeeflijkheid (consideratie; inschikkelijkheid)
    the consideration; the indulgence; the tolerance; the forbearance; the leniency; the compliance; the clemency; the in deference to

Translation Matrix for toegeeflijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
clemency consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid clementie; compassie; genade; goedertierenheid; goedigheid; gratie; mildheid; toegevendheid; vergevingsgezindheid; welwillendheid
compliance consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid compliance; dienst; dienstbaarheid; dienstvaardigheid; gedienstige handeling; gedienstigheid; meegaandheid; naleving; volgzaamheid; voorkomendheid
consideration consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid afweging; beraad; beschouwing; bespiegeling; clementie; compassie; gevoeligheid mbt het betamelijke; goedertierenheid; kiesheid; mildheid; observatie; overdenking; overdenking met commentaar; overweging; toegevendheid; welwillendheid
forbearance consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid clementie; geduld; kalme afwachtendheid; toegevendheid
in deference to consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid
indulgence consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; toegevendheid; welwillendheid
leniency consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid clementie; compassie; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; mildheid; toegevendheid; welwillendheid
tolerance consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid tolerantie; verdraagzaamheid

Related Words for "toegeeflijkheid":


toegeeflijk:


Translation Matrix for toegeeflijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
submissive onderdanige
yielding aflevering; afstaan; opgave van de strijd; overdracht; overgeven; uitlevering
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
accommodating gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend
complaisant gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aanspreekbaar; behulpzaam; beleefd; benaderbaar; bereidwillig; beschaafd; gedienstig; gemanierd; genaakbaar; inschikkelijk; toegankelijk; toeschietelijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed
compliant gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend conform
flexible gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigbaar; buigzaam; flexibel; lenig; meegaand; soepel
obliging gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aanspreekbaar; behulpzaam; beleefd; benaderbaar; bereidvaardig; bereidwillig; beschaafd; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; gemanierd; genaakbaar; inschikkelijk; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; verplichtend; voorkomend; vriendelijke; wellevend; welopgevoed; welwillend; willig
pliable gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aanspreekbaar; beleefd; benaderbaar; beschaafd; buigbaar; flexibel; gedwee; gemanierd; genaakbaar; kneedbaar; meegaand; onderworpen; plooibaar; soepel; toegankelijk; toeschietelijk; volgzaam; voorkomend; vormbaar; vouwbaar; wellevend; welopgevoed
ready gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend af; afgedaan; afgelopen; bereidvaardig; bereidwillig; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; gewillig; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij; welwillend
submissive gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend dienstbaar; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; gelaten; knechts; lankmoedig; lijdzaam; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; onderworpen; serviel; slaafs; volgzaam
tolerant gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend tolerant; verdraagzaam
tractable gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend dienstbaar; dienstwillig; gehoorzaam; willig
willing gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend bereid; bereidvaardig; bereidwillig; dienstbaar; dienstwillig; gehoorzaam; genegen; gewillig; goedgunstig; welwillend; willig
yielding gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigzaam; flexibel; meegaand; soepel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
servient gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend dienstbaar; dienstwillig; gehoorzaam; willig
simple to operate gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar

Related Words for "toegeeflijk":


Wiktionary Translations for toegeeflijk:

toegeeflijk
adjective
  1. tolerant; not strict

Cross Translation:
FromToVia
toegeeflijk accommodating; good-hearted; agreeable; amenable; compliant; conciliatory; yielding accommodant — Qui s’accommoder à tous et à tout.