Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. plakzegel:


Dutch

Detailed Translations for plakzegel from Dutch to English

plakzegel:

plakzegel [de ~ (m)] noun

  1. de plakzegel (zegel)
    the revenue-stamp; the seal; the stamp; the trading stamp

Translation Matrix for plakzegel:

NounRelated TranslationsOther Translations
revenue-stamp plakzegel; zegel
seal plakzegel; zegel ijk; ijkmerk; inktstempel; keur; rob; stempel; verzegeling; waarborg; zeehond; zeerob; zegel
stamp plakzegel; zegel inktstempel; keur; kwaliteitsmerk; postzegel; stempel; waarborg; waarmerk; zegel
trading stamp plakzegel; zegel
VerbRelated TranslationsOther Translations
seal afdichten; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; dichten; dichtmaken; dichtstoppen; goedkeuren; homologeren; stempel zetten; stempelen; stoppen; van zegel voorzien; verzegelen
stamp afstempelen; beporten; bezegelen; frankeren; stempel opdrukken; stempel zetten; stempelen; van zegel voorzien

Related Words for "plakzegel":

  • plakzegels