Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ongezouten:


Dutch

Detailed Translations for ongezouten from Dutch to English

ongezouten:

ongezouten adj

  1. ongezouten (direct)

Translation Matrix for ongezouten:

NounRelated TranslationsOther Translations
straight pokerterm voor straat; straat
VerbRelated TranslationsOther Translations
blunt afstompen; vervlakken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
blunt direct; ongezouten abrupt; bot; bruusk; cru; eensklaps; ineens; kortaf; kortzichtig; nors; onbewimpeld; ongenuanceerd; onomwonden; onscherp; onverbloemd; onverhoeds; onverholen; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; opeens; openhartig; openlijk; plots; plotseling; plotsklaps; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk; stomp; zonder omhaal
plain vlakte
ModifierRelated TranslationsOther Translations
plain direct; ongezouten alledaags; blank; cru; eenvoudig; effen; gewoon; gewoonweg; klinkklaar; lelijk; lelijk uitziend; niets bijzonders; onbewimpeld; ongelakt; onknap; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; ordinair; puur; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; ruiterlijk; van één kleur; vrij; vrijelijk; vrijuit; wit; wit van huidskleur
straight direct; ongezouten cru; direct; directe; echt; eerlijk; gewoonweg; gulweg; kaarsrecht; klinkklaar; lijnrecht; linea recta; loodrecht; menens; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onvermengd; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; recht; rechtdoorzee; rechtstreeks; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; ruiterlijk; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit; zuiver