Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. nerf:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nerf from Dutch to English

nerf:

nerf [de ~] noun

  1. de nerf (ader)
    the grain; the vein; the nerve

Translation Matrix for nerf:

NounRelated TranslationsOther Translations
grain ader; nerf graan; grein; korrel; korreltje; kruimel; kruimeltje
nerve ader; nerf brutaal zijn; durf; gewaagdheid; grote mond hebben; lef; moed; zenuw
vein ader; nerf ader; bloedader

Related Words for "nerf":

  • nerven

Wiktionary Translations for nerf:

nerf
noun
  1. biologie|nld verdikte, van de steel uitgaande vaatbundel in een blad, bladnerf
nerf
noun
  1. (botany) vein; grain in wood
  2. linear texture of material or surface
  3. thickened portion of a leaf