Summary
Dutch
Detailed Translations for motiveren from Dutch to English
motiveren:
-
motiveren
Conjugations for motiveren:
o.t.t.
- motiveer
- motiveert
- motiveert
- motiveren
- motiveren
- motiveren
o.v.t.
- motiveerde
- motiveerde
- motiveerde
- motiveerden
- motiveerden
- motiveerden
v.t.t.
- heb gemotiveerd
- hebt gemotiveerd
- heeft gemotiveerd
- hebben gemotiveerd
- hebben gemotiveerd
- hebben gemotiveerd
v.v.t.
- had gemotiveerd
- had gemotiveerd
- had gemotiveerd
- hadden gemotiveerd
- hadden gemotiveerd
- hadden gemotiveerd
o.t.t.t.
- zal motiveren
- zult motiveren
- zal motiveren
- zullen motiveren
- zullen motiveren
- zullen motiveren
o.v.t.t.
- zou motiveren
- zou motiveren
- zou motiveren
- zouden motiveren
- zouden motiveren
- zouden motiveren
en verder
- ben gemotiveerd
- bent gemotiveerd
- is gemotiveerd
- zijn gemotiveerd
- zijn gemotiveerd
- zijn gemotiveerd
diversen
- motiveer!
- motiveert!
- gemotiveerd
- motiverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for motiveren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
encourage | motiveren | aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; activeren; animeren; bemoedigen; bezielen; iemand motiveren; opjutten; oppeppen; opwekken; porren; prikkelen; stimuleren; toejuichen; toemoedigen |
motivate | motiveren | aanmoedigen; iemand motiveren; prikkelen; stimuleren |
stimulate | motiveren | aanmoedigen; aansporen; aanzetten; aanzetten tot; activeren; animeren; bezielen; iemand motiveren; instigeren; oppeppen; opwekken; opwinden; opzwepen; prikkelen; provoceren; sterk prikkelen; stimuleren |
Wiktionary Translations for motiveren:
motiveren
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• motiveren | → motivate | ↔ motivieren — jemanden dazu bringen, sich aus eigenem Antrieb um etwas zu kümmern |
• motiveren | → justify; warrant | ↔ motiver — apporter de la motivation. |