Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. malloot:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for malloot from Dutch to English

malloot:

malloot [de ~] noun

  1. de malloot (pias; zottin; gek; mallerd; zot)
    the rattle-brain; the nutcase; the fool

Translation Matrix for malloot:

NounRelated TranslationsOther Translations
fool gek; mallerd; malloot; pias; zot; zottin achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; gek; geschifte; idioot; imbeciel; kalfskop; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige; zwakzinnige
nutcase gek; mallerd; malloot; pias; zot; zottin achterlijke; dwaas; gek; geschifte; idioot; onnozelaar; waanzinnige; zwakzinnige
rattle-brain gek; mallerd; malloot; pias; zot; zottin achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; gek; geschifte; idioot; kalfskop; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul; waanzinnige; zwakzinnige
VerbRelated TranslationsOther Translations
fool afzetten; beet nemen; beetnemen; foppen; in de maling nemen; in het ootje nemen; te pakken nemen; voor de gek houden; wijsmaken

Related Words for "malloot":

  • malloten

Wiktionary Translations for malloot:

malloot
noun
  1. bumpkin

Cross Translation:
FromToVia
malloot scoundrel KanailleSchimpfwort, einen Menschen als Schurken bezeichnend