Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. in beroering brengen:


Dutch

Detailed Translations for in beroering brengen from Dutch to English

in beroering brengen:

in beroering brengen verb (breng in beroering, brengt in beroering, bracht in beroering, brachten in beroering, in beroering gebracht)

  1. in beroering brengen (agiteren; opstoken; oppoken)
    to stir; to agitate; to shake up; to budge
    • stir verb (stirs, stirred, stirring)
    • agitate verb (agitates, agitated, agitating)
    • shake up verb (shakes up, shook up, shaking up)
    • budge verb (budges, budged, budging)

Conjugations for in beroering brengen:

o.t.t.
  1. breng in beroering
  2. brengt in beroering
  3. brengt in beroering
  4. brengen in beroering
  5. brengen in beroering
  6. brengen in beroering
o.v.t.
  1. bracht in beroering
  2. bracht in beroering
  3. bracht in beroering
  4. brachten in beroering
  5. brachten in beroering
  6. brachten in beroering
v.t.t.
  1. heb in beroering gebracht
  2. hebt in beroering gebracht
  3. heeft in beroering gebracht
  4. hebben in beroering gebracht
  5. hebben in beroering gebracht
  6. hebben in beroering gebracht
v.v.t.
  1. had in beroering gebracht
  2. had in beroering gebracht
  3. had in beroering gebracht
  4. hadden in beroering gebracht
  5. hadden in beroering gebracht
  6. hadden in beroering gebracht
o.t.t.t.
  1. zal in beroering brengen
  2. zult in beroering brengen
  3. zal in beroering brengen
  4. zullen in beroering brengen
  5. zullen in beroering brengen
  6. zullen in beroering brengen
o.v.t.t.
  1. zou in beroering brengen
  2. zou in beroering brengen
  3. zou in beroering brengen
  4. zouden in beroering brengen
  5. zouden in beroering brengen
  6. zouden in beroering brengen
en verder
  1. ben in beroering gebracht
  2. bent in beroering gebracht
  3. is in beroering gebracht
  4. zijn in beroering gebracht
  5. zijn in beroering gebracht
  6. zijn in beroering gebracht
diversen
  1. breng in beroering!
  2. brengt in beroering!
  3. in beroering gebracht
  4. in beroering brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for in beroering brengen:

NounRelated TranslationsOther Translations
shake up opschudding; opzien; sensatie; verwarring
stir geharrewar
VerbRelated TranslationsOther Translations
agitate agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken ageren; handelen; verroeren
budge agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken beroeren; bewegen; in beweging brengen; wijken
shake up agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken opschudden
stir agiteren; in beroering brengen; oppoken; opstoken aanroeren; aanstippen; aanstoken; beroeren; even aanraken; mixen; omroeren; oppoken; opschudden; opstoken; roeren; rondroeren; toucheren; verroeren; zich bewegen

Related Translations for in beroering brengen