Dutch

Detailed Translations for herzag from Dutch to English

herzien:

herzien verb (herzie, herziet, herzag, herzagen, herzien)

  1. herzien (hervormen; reformeren)
    to revise; to review; to amend; to alter
    • revise verb (revises, revised, revising)
    • review verb (reviews, reviewed, reviewing)
    • amend verb (amends, amended, amending)
    • alter verb (alters, altered, altering)
  2. herzien (modificeren; veranderen; wijzigen; amenderen; omwerken)
    to modify; to change; to reshape; to alter; to reform; to rewrite
    • modify verb (modifies, modified, modifying)
    • change verb (changes, changed, changing)
    • reshape verb (reshapes, reshaped, reshaping)
    • alter verb (alters, altered, altering)
    • reform verb (reforms, reformed, reforming)
    • rewrite verb (rewrites, rewrote, rewriting)
  3. herzien (afwisselen; veranderen; wijzigen; verwisselen)
    to change; to interchange; to alter; to transform; to vary; to invent; to create; to make
    • change verb (changes, changed, changing)
    • interchange verb (interchanges, interchanged, interchanging)
    • alter verb (alters, altered, altering)
    • transform verb (transforms, transformed, transforming)
    • vary verb (varies, varied, varying)
    • invent verb (invents, invented, inventing)
    • create verb (creates, created, creating)
    • make verb (makes, made, making)
    to switch
    – the act of changing one thing or position for another 1
    • switch verb (switches, switched, switching)
      • his switch on abortion cost him the election1
  4. herzien (verbeteren; corrigeren; herstellen; )
    to improve
    – to make better 1
    • improve verb (improves, improved, improving)
      • The editor improved the manuscript with his changes1
    to correct; to renew; to get better; to make better; to better
    • correct verb (corrects, corrected, correcting)
    • renew verb (renews, renewed, renewing)
    • get better verb (gets better, got better, getting better)
    • make better verb (makes better, made better, making better)
    • better verb (betters, bettered, bettering)

Conjugations for herzien:

o.t.t.
  1. herzie
  2. herziet
  3. herziet
  4. herzien
  5. herzien
  6. herzien
o.v.t.
  1. herzag
  2. herzag
  3. herzag
  4. herzagen
  5. herzagen
  6. herzagen
v.t.t.
  1. heb herzien
  2. hebt herzien
  3. heeft herzien
  4. hebben herzien
  5. hebben herzien
  6. hebben herzien
v.v.t.
  1. had herzien
  2. had herzien
  3. had herzien
  4. hadden herzien
  5. hadden herzien
  6. hadden herzien
o.t.t.t.
  1. zal herzien
  2. zult herzien
  3. zal herzien
  4. zullen herzien
  5. zullen herzien
  6. zullen herzien
o.v.t.t.
  1. zou herzien
  2. zou herzien
  3. zou herzien
  4. zouden herzien
  5. zouden herzien
  6. zouden herzien
en verder
  1. is herzien
  2. zijn herzien
diversen
  1. herzie!
  2. herziet!
  3. herzien
  4. herziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for herzien:

NounRelated TranslationsOther Translations
change amendement; amendering; hervorming; herziening; inruil; keer; keerpunt; kentering; kleingeld; modificatie; mutatie; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omruil; omruiling; omschakeling; omwisselen; omwisseling; overplaatsing; overstap; richtingsverandering; ruil; ruiling; ruiltransactie; transformatie; uitwisseling; veranderen; verandering; verruiling; verwisseling; wending; wijzigen; wijziging; wisselgeld; wisseling
invent fantaseren; opdissen
make maak; makelij; merk
reform herstelling van materiaal; innovatie; revisie
review beoordeling; bespreking; boekbespreking; herstelling van materiaal; kritiek; recensie; revisie; revue
revise herstelling van materiaal; revisie
rewrite bewerking; herschreven stuk
switch invaller; knop; lichtknop; omruil; omschakelaar; omwisselen; omwisseling; schakelaar; schakelknop; schakeloptie; spoorwegwissel; stroomwisselaar; switch; verruiling; verwisseling; wissel; wisselaar; wisselspeler
VerbRelated TranslationsOther Translations
alter afwisselen; amenderen; hervormen; herzien; modificeren; omwerken; reformeren; veranderen; verwisselen; wijzigen wijzigen
amend hervormen; herzien; reformeren
better beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren afmaken; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
change afwisselen; amenderen; herzien; modificeren; omwerken; veranderen; verwisselen; wijzigen andere kleren aantrekken; hernieuwen; inwisselen; krom buigen; ombuigen; omkleden; omruilen; omwisselen; opnieuw doen; overdoen; overstappen; ruilen; verbuigen; verkleden; verruilen; verwisselen; wijzigen; wisselen
correct beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren corrigeren; goedmaken; rechtstrijken; rechtzetten; verbeteren
create afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen concipiëren; in het leven roepen; maken; scheppen; tot stand brengen; verwekken; voor elkaar krijgen
get better beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren beteren; erop vooruit gaan; leven beteren; vooruitkomen; vorderen
improve beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren afmaken; beter worden; beteren; bijschaven; bijwerken; completeren; erop vooruit gaan; leven beteren; perfectioneren; progressie maken; updaten; verbeteren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien; vooruitgang boeken; vooruitkomen; vorderen
interchange afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen aflossen; hernieuwen; herstellen; inwisselen; met elkaar verwarren; omruilen; omwisselen; remplaceren; renoveren; ruilen; verbeteren; vernieuwen; verruilen; vervangen; verwisselen; wisselen
invent afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen bedenken; fantaseren; in het leven roepen; maken; scheppen; uitdenken; uitvinden; verdichten; verzinnen; voorwenden
make afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen fabriceren; in het leven roepen; maken; produceren; scheppen; vervaardigen; voortbrengen
make better beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren afmaken; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
modify amenderen; herzien; modificeren; omwerken; veranderen; wijzigen bijwerken; nuanceren; updaten; wijzigen
reform amenderen; herzien; modificeren; omwerken; veranderen; wijzigen hervormen; kerk hervormen; omgraven; omploegen; omspitten; omvormen; omwerken; ploegen; reformeren; reorganiseren; spitten; vervormen
renew beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; renoveren; repareren; verbeteren hernieuwen; herstellen; in goede staat brengen; nieuw leven inblazen; opknappen; opnieuw doen; overdoen; renoveren; verbeteren; vernieuwen
reshape amenderen; herzien; modificeren; omwerken; veranderen; wijzigen omvormen; reorganiseren; vervormen
review hervormen; herzien; reformeren bediscussiëren; bepraten; bespreken; controleren; doorpraten; doorspreken; onderwerp behandelen; praten over; recenseren; spreken over; terugblikken
revise hervormen; herzien; reformeren bewerken; herschrijven
rewrite amenderen; herzien; modificeren; omwerken; veranderen; wijzigen bewerken; herschrijven
switch afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen inwisselen; naar een andere versnelling overgaan; omruilen; omwisselen; ruilen; schakelen; verruilen; verwisselen; wisselen
transform afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen disloqueren; een andere vorm geven; herscheppen; omschakelen van stroom; omzetten; roeren; transformeren; veranderen; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; vervormen; verzetten
vary afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen afwisselen; fluctueren; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
correct akkoord; correct; goed; in orde; juist; juiste; keurig; mee eens; onberispelijk; onbesproken; precies
ModifierRelated TranslationsOther Translations
better beter; superieur
review benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend

Wiktionary Translations for herzien:

herzien
verb
  1. to improve or rectify
  2. to correct or amend something
  3. to review, alter and amend, especially of written material

Cross Translation:
FromToVia
herzien review; revise revoirvoir de nouveau.