Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gedragen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gedraagde from Dutch to English

gedragen:

gedragen verb (gedraag, gedraagt, gedroeg, gedroegen, gedragen)

  1. gedragen
    to behave
    • behave verb (behaves, behaved, behaving)

Conjugations for gedragen:

o.t.t.
  1. gedraag
  2. gedraagt
  3. gedraagt
  4. gedragen
  5. gedragen
  6. gedragen
o.v.t.
  1. gedroeg
  2. gedroeg
  3. gedroeg
  4. gedroegen
  5. gedroegen
  6. gedroegen
v.t.t.
  1. heb gedragen
  2. hebt gedragen
  3. heeft gedragen
  4. hebben gedragen
  5. hebben gedragen
  6. hebben gedragen
v.v.t.
  1. had gedragen
  2. had gedragen
  3. had gedragen
  4. hadden gedragen
  5. hadden gedragen
  6. hadden gedragen
o.t.t.t.
  1. zal gedragen
  2. zult gedragen
  3. zal gedragen
  4. zullen gedragen
  5. zullen gedragen
  6. zullen gedragen
o.v.t.t.
  1. zou gedragen
  2. zou gedragen
  3. zou gedragen
  4. zouden gedragen
  5. zouden gedragen
  6. zouden gedragen
diversen
  1. gedraag!
  2. gedraagt!
  3. gedragen
  4. gedragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gedragen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
behave gedragen

Related Definitions for "gedragen":

  1. hoe je doet1
    • Jan gedraagt zich altijd beleefd1

Wiktionary Translations for gedragen:

gedragen
verb
  1. zich ~: de manieren die iemand meest in de omgang met anderen aan de dag legt
gedragen
verb
  1. To manage; to conduct; to treat.
  2. to behave in a certain way
adjective
  1. carried, supported
  1. past participle of wear

External Machine Translations: