Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. eisen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for eist from Dutch to English

eisen:

eisen verb (eis, eist, eiste, eisten, geëist)

  1. eisen (opeisen; aanspraak maken op; vorderen; rekwireren; opvorderen)
    to demand; to claim; to lay claim to
    • demand verb (demands, demanded, demanding)
    • claim verb (claims, claimed, claiming)
    • lay claim to verb (lays claim to, laid claim to, laying claim to)
  2. eisen (inmanen; vorderen; invorderen)
    to demand; to claim
    • demand verb (demands, demanded, demanding)
    • claim verb (claims, claimed, claiming)
  3. eisen (vergen; vereisen; verlangen)
    to require; to demand
    • require verb (requires, required, requiring)
    • demand verb (demands, demanded, demanding)
  4. eisen (reclameren)
    to complain; to object; to protest
    • complain verb (complains, complained, complaining)
    • object verb (objects, objected, objecting)
    • protest verb (protests, protested, protesting)

Conjugations for eisen:

o.t.t.
  1. eis
  2. eist
  3. eist
  4. eisen
  5. eisen
  6. eisen
o.v.t.
  1. eiste
  2. eiste
  3. eiste
  4. eisten
  5. eisten
  6. eisten
v.t.t.
  1. heb geëist
  2. hebt geëist
  3. heeft geëist
  4. hebben geëist
  5. hebben geëist
  6. hebben geëist
v.v.t.
  1. had geëist
  2. had geëist
  3. had geëist
  4. hadden geëist
  5. hadden geëist
  6. hadden geëist
o.t.t.t.
  1. zal eisen
  2. zult eisen
  3. zal eisen
  4. zullen eisen
  5. zullen eisen
  6. zullen eisen
o.v.t.t.
  1. zou eisen
  2. zou eisen
  3. zou eisen
  4. zouden eisen
  5. zouden eisen
  6. zouden eisen
en verder
  1. is geëist
  2. zijn geëist
diversen
  1. eis!
  2. eist!
  3. geëist
  4. eisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for eisen:

NounRelated TranslationsOther Translations
claim aanspraak; aanspraak maken op; beweren; claim; eis; eis tot schadevergoeding; opvragen; opvraging; recht; rechtsgrond; rechtstitel; rechtsvordering; schadeclaim; schadevordering; schuldvordering; titel; vordering; vraag
demand aanmaning; aansporing tot plicht; aanspraak; claim; eis; herinnering; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel; vordering; vraag
object artikel; ding; doel; doelwit; goed; item; mikpunt; object; voorwerp; zaak
protest actie; opwerping; protest; protestbijeenkomst; publieke betoging; tegenspraak; tegenwerping; verzet
VerbRelated TranslationsOther Translations
claim aanspraak maken op; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen aanspraak op maken; aanvragen; opvragen; verzoeken; vragen
complain eisen; reclameren bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren; brommen; een klacht indienen; jammeren; jeremiëren; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; protesteren; pruttelen; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren; terugeisen; terugvorderen; weeklagen; zeuren; zich beklagen; zijn beklag indienen
demand aanspraak maken op; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vereisen; vergen; verlangen; vorderen vraag stellen; vragen
lay claim to aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen
object eisen; reclameren in tegenspraak zijn met; protesteren; tegenspreken; tegenwerpen; weerspreken
protest eisen; reclameren appelleren; appèl aantekenen; in tegenspraak zijn met; protesteren; tegenspreken; tegenwerpen; weerspreken
require eisen; vereisen; vergen; verlangen aanvragen; aanzoeken; behoeven; benodigen; nodig hebben; uitnodigen; verzoeken; vragen
- verlangen

Related Words for "eisen":


Synonyms for "eisen":


Related Definitions for "eisen":

  1. beslist willen hebben dat het gebeurt1
    • ik eis dat je je jas opruimt1

Wiktionary Translations for eisen:

eisen
verb
  1. zeer dringend vragen, vaak met een sanctie op het niet beantwoorden ervan
eisen
verb
  1. to request forcefully

Cross Translation:
FromToVia
eisen apply for; propose beantragen — einen Antrag auf etwas, jemanden stellen
eisen demand fordern — etwas (von jemandem) verlangen
eisen ask; ask for; inquire; request; demand demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui.
eisen require; demand exigerdemander quelque chose en vertu d’un droit légitime ou prétendre tel.

External Machine Translations: