Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. duiken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dook from Dutch to English

duiken:

duiken verb (duik, duikt, dook, doken, gedoken)

  1. duiken (vooroverduiken)
    to duck; to dive; to plunge
    • duck verb (ducks, ducked, ducking)
    • dive verb (dives, dived, diving)
    • plunge verb (plunges, plunged, plunging)
  2. duiken (in het water duiken)
    to dive; dive into the water

Conjugations for duiken:

o.t.t.
  1. duik
  2. duikt
  3. duikt
  4. duiken
  5. duiken
  6. duiken
o.v.t.
  1. dook
  2. dook
  3. dook
  4. doken
  5. doken
  6. doken
v.t.t.
  1. heb gedoken
  2. hebt gedoken
  3. heeft gedoken
  4. hebben gedoken
  5. hebben gedoken
  6. hebben gedoken
v.v.t.
  1. had gedoken
  2. had gedoken
  3. had gedoken
  4. hadden gedoken
  5. hadden gedoken
  6. hadden gedoken
o.t.t.t.
  1. zal duiken
  2. zult duiken
  3. zal duiken
  4. zullen duiken
  5. zullen duiken
  6. zullen duiken
o.v.t.t.
  1. zou duiken
  2. zou duiken
  3. zou duiken
  4. zouden duiken
  5. zouden duiken
  6. zouden duiken
en verder
  1. ben gedoken
  2. bent gedoken
  3. is gedoken
  4. zijn gedoken
  5. zijn gedoken
  6. zijn gedoken
diversen
  1. duik!
  2. duikt!
  3. gedoken
  4. duikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for duiken:

NounRelated TranslationsOther Translations
dive duik; duikvlucht
duck canard; eend
VerbRelated TranslationsOther Translations
dive duiken; in het water duiken; vooroverduiken
dive into the water duiken; in het water duiken
duck duiken; vooroverduiken
plunge duiken; vooroverduiken induiken; plonzen; steil vallen

Related Words for "duiken":


Related Definitions for "duiken":

  1. een sprong schuin naar voren en voorover maken1
    • hij dook in het water1

Wiktionary Translations for duiken:

duiken
verb
  1. to descend
  2. to jump into water
  3. to swim under water

Cross Translation:
FromToVia
duiken flood; flow; run; stream couler — Traductions à trier suivant le sens
duiken plunge plonger — Plonger (transitif)