Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. dadelijk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dadelijk from Dutch to English

dadelijk:


Translation Matrix for dadelijk:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
straightaway dadelijk; direct; zo meteen
- direct; gelijk; onmiddellijk
AdverbRelated TranslationsOther Translations
at once dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond abrupt; eensklaps; ineens; ogenblikkelijk; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onverwijld; onvoorzien; op staande voet; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; prompt; subiet
directly dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond direct; duidelijk; linea recta; recht door zee; rechtstreeks; regelrecht
immediately dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond aanstonds; direct; ogenblikkelijk; onverwijld; prompt; subiet; terstond
instantly dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond aanstonds; direct; ogenblikkelijk; terstond
now dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond heden; momenteel; nou; nu; op dit moment; op het moment; tegenwoordig; thans
right away dadelijk; direct; zo meteen ogenblikkelijk; onverwijld; prompt; subiet; zondermeer
- meteen; straks; zo
ModifierRelated TranslationsOther Translations
in a moment dadelijk; direct; zo meteen in een tel; in een wip
right now dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond momenteel; nu; op het moment; op staande voet; thans

Related Words for "dadelijk":

  • dadelijke

Synonyms for "dadelijk":


Antonyms for "dadelijk":


Related Definitions for "dadelijk":

  1. zonder te wachten1
    • wil je dadelijk komen!1
  2. over een poosje1
    • wacht even, ik kom dadelijk wel1

Wiktionary Translations for dadelijk:

dadelijk
adverb
  1. immediately

Cross Translation:
FromToVia
dadelijk soon; immediate gleich — zeitliche Nähe; meist nahe Zukunft