Summary


Dutch

Detailed Translations for bevatte from Dutch to English

bevatte form of bevatten:

bevatten verb (bevat, bevatte, bevatten, bevat)

  1. bevatten (inhouden)
    to add
    • add verb (adds, added, adding)

Conjugations for bevatten:

o.t.t.
  1. bevat
  2. bevat
  3. bevat
  4. bevatten
  5. bevatten
  6. bevatten
o.v.t.
  1. bevatte
  2. bevatte
  3. bevatte
  4. bevatten
  5. bevatten
  6. bevatten
v.t.t.
  1. heb bevat
  2. hebt bevat
  3. heeft bevat
  4. hebben bevat
  5. hebben bevat
  6. hebben bevat
v.v.t.
  1. had bevat
  2. had bevat
  3. had bevat
  4. hadden bevat
  5. hadden bevat
  6. hadden bevat
o.t.t.t.
  1. zal bevatten
  2. zult bevatten
  3. zal bevatten
  4. zullen bevatten
  5. zullen bevatten
  6. zullen bevatten
o.v.t.t.
  1. zou bevatten
  2. zou bevatten
  3. zou bevatten
  4. zouden bevatten
  5. zouden bevatten
  6. zouden bevatten
diversen
  1. bevat!
  2. bevat!
  3. bevat
  4. bevattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bevatten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
add bevatten; inhouden aanbouwen; aansluiten; aanvullen; bijbouwen; bijdoen; bijgieten; bijleveren; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; bijzetten; completeren; erbij doen; erbij tellen; erbij voegen; expanderen; inschenken; intappen; neerzetten; openen; optellen; plaatsen; samenschikken; samentellen; schenken; serveren; tappen; toevoegen; toevoegen aan levering; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; voegen; voltallig maken; zetten

Related Definitions for "bevatten":

  1. het helemaal begrijpen1
    • ik kan het maar niet bevatten1
  2. het in zich hebben1
    • deze trommel bevat de lekkerste koekjes1

Wiktionary Translations for bevatten:

bevatten
verb
  1. omvatten, in zich sluiten
  2. begrijpen
bevatten
verb
  1. to contain
  2. star, contain
  3. include
  4. To hold inside
  5. be made up of
  6. to understand

Cross Translation:
FromToVia
bevatten realise; conceive; realize; compass; comprehend; detect erfassen — (transitiv) das wesentliche einer Sache verstehen
bevatten include comprendre — Contenir en soi
bevatten understand; comprehend; realize; appreciate; apprehend; catch; see comprendrecontenir en soi.
bevatten conceive concevoir — Comprendre, entendre bien quelque chose, en avoir une juste idée.
bevatten hold; contain; admit; comprise; include renfermerenfermer de nouveau.