Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hengst:
  2. hengsten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hengst from Dutch to English

hengst:

hengst [de ~ (m)] noun

  1. de hengst (ongesneden mannelijk paard)
    the stallion; the horse
  2. de hengst (oplawaai; opdonder; muilpeer; )
    the punch; the clout
    – (boxing) a blow with the fist 1
    • punch [the ~] noun
      • He landed a hard punch to the gut.2
    • clout [the ~] noun
      • I gave him a clout on his nose1
    the nudge
    – a slight push or shake 1
    the whopper
    the wallop
    – a severe blow 1
    the blow
    – a powerful stroke with the fist or a weapon 1
    • blow [the ~] noun
      • a blow on the head1
    the jab
    – a quick short straight punch 1
    • jab [the ~] noun

Translation Matrix for hengst:

NounRelated TranslationsOther Translations
blow hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot bluts; deuk; dreun; duw; duwtje; fiasco; flop; handslag; harde slag; instulping; jens; klap; klop; knal; lel; mep; misrekening; misslag; por; slag; sof; stoot; stootje; tegenvaller; teleurstelling; terugslag; tik; toegebrachte klap; zet
clout hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot invloed; klap; kleine spijker met platte kop; kopspijker; opstopper; peut; spijkertje; stoot
horse hengst; ongesneden mannelijk paard knol; paard
jab hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet
nudge hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot buzzer; duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet
punch hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot dreun; duw; duwtje; handtastelijkheden; harde klap; klap; klappen; opdoffer; opdonder; opdonders; opstopper; peut; pons; por; ram; slag; stoot; stootje; uithaal; vuistslag; vuistslagen; zet
stallion hengst; ongesneden mannelijk paard
wallop hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot klap; opstopper; peut; stoot
whopper hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot bonk; bonkend geluid; gevaarte; groot exemplaar; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei
VerbRelated TranslationsOther Translations
blow 'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fladderen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; stuiven; verknoeien; waaien; wapperen; zuigen
jab een por geven; porren; stoten
nudge aanstoten; toesteken; toestoten; verschuiven
punch doorponsen; een opdonder verkopen; hengsten; ponsen; rammen; stansen; stompen
wallop knuppelen; ranselen

Related Words for "hengst":


Wiktionary Translations for hengst:

hengst
noun
  1. mannelijk paard
  2. vurige minnaar
  3. harde klap
hengst
noun
  1. uncastrated male horse

Cross Translation:
FromToVia
hengst stallion; stud HengstZoologie: nicht kastriertes männliches Tier bei Pferd, Esel, Dromedar, Kamel und Zebra; auch in Bezug auf Giraffen kommt der Begriff „Hengst“ (Giraffenhengst) gelegentlich vor (anstatt Giraffenbulle)
hengst stallion; standard; stud étalon — hippologie|fr cheval mâle utilisé pour la reproduction.

hengst form of hengsten:

hengsten verb (hengst, hengstte, hengstten, gehengst)

  1. hengsten (hard studeren; blokken)
  2. hengsten (hard slaan; slaan; meppen; timmeren)
    to slap; to hammer; to hit; to smack; to bang
    • slap verb (slaps, slapped, slapping)
    • hammer verb (hammers, hammered, hammering)
    • hit verb (hits, hit, hitting)
    • smack verb (smacks, smacked, smacking)
    • bang verb (bangs, banged, banging)
  3. hengsten (stompen; rammen)
    to punch; to push; to thump
    • punch verb (punches, punched, punching)
    • push verb (pushes, pushed, pushing)
    • thump verb (thumps, thumped, thumping)

Conjugations for hengsten:

o.t.t.
  1. hengst
  2. hengst
  3. hengst
  4. hengsten
  5. hengsten
  6. hengsten
o.v.t.
  1. hengstte
  2. hengstte
  3. hengstte
  4. hengstten
  5. hengstten
  6. hengstten
v.t.t.
  1. heb gehengst
  2. hebt gehengst
  3. heeft gehengst
  4. hebben gehengst
  5. hebben gehengst
  6. hebben gehengst
v.v.t.
  1. had gehengst
  2. had gehengst
  3. had gehengst
  4. hadden gehengst
  5. hadden gehengst
  6. hadden gehengst
o.t.t.t.
  1. zal hengsten
  2. zult hengsten
  3. zal hengsten
  4. zullen hengsten
  5. zullen hengsten
  6. zullen hengsten
o.v.t.t.
  1. zou hengsten
  2. zou hengsten
  3. zou hengsten
  4. zouden hengsten
  5. zouden hengsten
  6. zouden hengsten
en verder
  1. ben gehengst
  2. bent gehengst
  3. is gehengst
  4. zijn gehengst
  5. zijn gehengst
  6. zijn gehengst
diversen
  1. hengst!
  2. hengst!
  3. gehengst
  4. hengstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hengsten:

NounRelated TranslationsOther Translations
bang bam; dreun; explosie; haardracht; harde slag; klap; knal; kwak; ontlading; ontploffing; plof; plotselinge uitbarsting; pony; smak
hammer hamer; hamerwerpen; kogelslingeren; slaghamer
hit aanrijding; bestseller; botsing; collisie; doelpunt; goal; hit; kasstuk; klapper; kraker; raakschot; schlager; schot in de roos; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
punch dreun; duw; duwtje; handtastelijkheden; harde klap; hengst; klap; klappen; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opdonders; opduvel; oplawaai; opstopper; peut; pons; por; ram; slag; stoot; stootje; uithaal; vuistslag; vuistslagen; zet
push duw; duwtje; knopje; por; stoot; stootje; zet
slap dreun; handslag; harde slag; jens; klap; klop; knal; lel; mep; opstopper; pets; peut; stoot; tik; toegebrachte klap
smack dreun; handslag; jens; klap; klapzoen; klop; knal; kwak; lel; mep; opstopper; pakkerd; peut; smak; stoot; tik; toegebrachte klap
thump bons; dreun; klap; knal; kwak; pof; smak
VerbRelated TranslationsOther Translations
bang hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren bonken; een klap geven; hameren; kloppen met een hamer; knallen; rammen; slaan
hammer hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren bonken; een klap geven; hameren; klinken; kloppen met een hamer; rammen; slaan; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
hit hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren beroeren; een klap geven; ontroeren; raken; slaan; treffen
plod at blokken; hard studeren; hengsten
punch hengsten; rammen; stompen doorponsen; een opdonder verkopen; ponsen; stansen
push hengsten; rammen; stompen aanduwen; avanceren; dringen; duwen; helpen; promoten; schuiven; schuivend verplaatsen; verhandelen; verkopen; verschuiven; voor zich uitschuiven; voortschuiven
slap hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren
smack hard slaan; hengsten; meppen; slaan; timmeren een klap geven; slaan; smakken; smakkend eten
thump hengsten; rammen; stompen bonken; hameren; rammen; slaan
AdverbRelated TranslationsOther Translations
bang boem
ModifierRelated TranslationsOther Translations
hit aangeschoten; geslagen; getroffen

Related Words for "hengsten":


External Machine Translations:


English

Detailed Translations for hengst from English to Dutch

hengst: (*Using Word and Sentence Splitter)

External Machine Translations: