Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onafwendbaar:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onafwendbaar from Dutch to English

onafwendbaar:


Translation Matrix for onafwendbaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
imperative gebiedende wijs; imperatief; wezenlijkste
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
definite onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk definitief; geprononceerd; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; permanent; uitgesproken; vastgesteld; vaststaand
imperative onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk broodnodig; door de behoefte vereist; dwingend; gebiedend; gelastend; hoognodig; imperatief; nodig; noodzakelijk; onafwijsbaar; vereisend
incontrovertible onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk onweerlegbaar; vast en zeker
indisputable onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk absoluut; onomstotelijk; ontegenzeggelijk; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
inevitable onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk door de behoefte vereist; nodig; noodzakelijk
irretrievable onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk onherstelbaar; reddeloos
unavoidable onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk

Related Words for "onafwendbaar":

  • onafwendbaarheid, onafwendbare

Wiktionary Translations for onafwendbaar:

onafwendbaar
adjective
  1. impossible to avoid or prevent

Cross Translation:
FromToVia
onafwendbaar unavoidable inévitable — Qu’on ne peut éviter (1):

External Machine Translations: