Dutch

Detailed Translations for verrek from Dutch to German

verrek form of verrekken:

verrekken verb (verrek, verrekt, verrekte, verrekten, verrekt)

  1. verrekken (creperen; zieltogen)
    verenden; krepieren
    • verenden verb
    • krepieren verb (krepiere, krepierst, krepiert, krepierte, krepiertet, krepiert)
  2. verrekken (hongerlijden; verhongeren; hongeren)
    im Sterben liegen; verrecken; verrenken; hungern; krepieren; sterben; umkommen; Hunger leiden
    • verrecken verb (verrecke, verreckst, verreckt, verreckte, verrecktet, verreckt)
    • verrenken verb (verrenke, verrenkst, verrenkt, verrenkte, verrenktet, verrenkt)
    • hungern verb (hungre, hungerst, hungert, hungerte, hungertet, gehungert)
    • krepieren verb (krepiere, krepierst, krepiert, krepierte, krepiertet, krepiert)
    • sterben verb (sterbe, stirbst, stirbt, starb, starbt, gestorben)
    • umkommen verb (komme um, kommst um, kommt um, kam um, kamt um, umgekommen)

Conjugations for verrekken:

o.t.t.
  1. verrek
  2. verrekt
  3. verrekt
  4. verrekken
  5. verrekken
  6. verrekken
o.v.t.
  1. verrekte
  2. verrekte
  3. verrekte
  4. verrekten
  5. verrekten
  6. verrekten
v.t.t.
  1. heb verrekt
  2. hebt verrekt
  3. heeft verrekt
  4. hebben verrekt
  5. hebben verrekt
  6. hebben verrekt
v.v.t.
  1. had verrekt
  2. had verrekt
  3. had verrekt
  4. hadden verrekt
  5. hadden verrekt
  6. hadden verrekt
o.t.t.t.
  1. zal verrekken
  2. zult verrekken
  3. zal verrekken
  4. zullen verrekken
  5. zullen verrekken
  6. zullen verrekken
o.v.t.t.
  1. zou verrekken
  2. zou verrekken
  3. zou verrekken
  4. zouden verrekken
  5. zouden verrekken
  6. zouden verrekken
diversen
  1. verrek!
  2. verrekt!
  3. verrekt
  4. verrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verrekken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
Hunger leiden hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren
hungern hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken afslanken; een sterke begeerte hebben naar; honger lijden; hongeren; hongeren naar; hongerstaken; uithongeren; verhongeren
im Sterben liegen hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen
krepieren creperen; hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken; zieltogen
sterben hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken afsterven; besterven; bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; kapotgaan; omkomen; ontslapen; ophouden; overlijden; sneuvelen; sterven; uitsterven; vallen; verongelukken; verscheiden; wegvallen
umkommen hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken bezwijken; doodgaan; heengaan; in de oorlog omkomen; in elkaar storten; inslapen; kapotgaan; omkomen; onder water gaan; ondergaan; overlijden; sneuvelen; sterven; te gronde gaan; vallen; verongelukken; wegvallen; zinken
verenden creperen; verrekken; zieltogen
verrecken hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken
verrenken hongeren; hongerlijden; verhongeren; verrekken disloqueren; ontwrichten; uit het lid brengen; verstuiken; verzwikken; zwikken

External Machine Translations: