Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. pompen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for pompten from Dutch to German

pompen:

pompen verb (pomp, pompt, pompte, pompten, gepompt)

  1. pompen
    pumpen
    • pumpen verb (pumpe, pumpst, pumpt, pumpte, pumptet, gepumpt)

Conjugations for pompen:

o.t.t.
  1. pomp
  2. pompt
  3. pompt
  4. pompen
  5. pompen
  6. pompen
o.v.t.
  1. pompte
  2. pompte
  3. pompte
  4. pompten
  5. pompten
  6. pompten
v.t.t.
  1. heb gepompt
  2. hebt gepompt
  3. heeft gepompt
  4. hebben gepompt
  5. hebben gepompt
  6. hebben gepompt
v.v.t.
  1. had gepompt
  2. had gepompt
  3. had gepompt
  4. hadden gepompt
  5. hadden gepompt
  6. hadden gepompt
o.t.t.t.
  1. zal pompen
  2. zult pompen
  3. zal pompen
  4. zullen pompen
  5. zullen pompen
  6. zullen pompen
o.v.t.t.
  1. zou pompen
  2. zou pompen
  3. zou pompen
  4. zouden pompen
  5. zouden pompen
  6. zouden pompen
diversen
  1. pomp!
  2. pompt!
  3. gepompt
  4. pompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

pompen [de ~] noun, plural

  1. de pompen
    die Pumpen

Translation Matrix for pompen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Pumpen pompen
VerbRelated TranslationsOther Translations
pumpen pompen

Related Words for "pompen":


Wiktionary Translations for pompen:

pompen
verb
  1. vloeistof of gas met een pomp verplaatsen

Cross Translation:
FromToVia
pompen pumpen pump — use a pump to move liquid or gas
pompen pumpen pomperélever, attirer, puiser un liquide ou un gaz avec une pompe.