Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. onderhuur:
  2. onderhuren:


Dutch

Detailed Translations for onderhuur from Dutch to German

onderhuur:

onderhuur [de ~] noun

  1. de onderhuur (onderpacht)
    die Untermiete

Translation Matrix for onderhuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
Untermiete onderhuur; onderpacht

Related Words for "onderhuur":


onderhuren:

onderhuren verb (huur onder, huurt onder, huurde onder, huurden onder, ondergehuurd)

  1. onderhuren (onderverhuren)
    untermieten; untervermieten
    • untermieten verb (untermiete, untermietest, untermietet, untermietete, untermietetet, untermietet)
    • untervermieten verb (vermiete unter, vermietest unter, vermietet unter, vermietete unter, vermietetet unter, untervermietet)

Conjugations for onderhuren:

o.t.t.
  1. huur onder
  2. huurt onder
  3. huurt onder
  4. huren onder
  5. huren onder
  6. huren onder
o.v.t.
  1. huurde onder
  2. huurde onder
  3. huurde onder
  4. huurden onder
  5. huurden onder
  6. huurden onder
v.t.t.
  1. heb ondergehuurd
  2. hebt ondergehuurd
  3. heeft ondergehuurd
  4. hebben ondergehuurd
  5. hebben ondergehuurd
  6. hebben ondergehuurd
v.v.t.
  1. had ondergehuurd
  2. had ondergehuurd
  3. had ondergehuurd
  4. hadden ondergehuurd
  5. hadden ondergehuurd
  6. hadden ondergehuurd
o.t.t.t.
  1. zal onderhuren
  2. zult onderhuren
  3. zal onderhuren
  4. zullen onderhuren
  5. zullen onderhuren
  6. zullen onderhuren
o.v.t.t.
  1. zou onderhuren
  2. zou onderhuren
  3. zou onderhuren
  4. zouden onderhuren
  5. zouden onderhuren
  6. zouden onderhuren
diversen
  1. huur onder!
  2. huurt onder!
  3. ondergehuurd
  4. onderhurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderhuren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
untermieten onderhuren; onderverhuren
untervermieten onderhuren; onderverhuren

Related Words for "onderhuren":