Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. oefening:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oefening from Dutch to German

oefening:

oefening [de ~ (v)] noun

  1. de oefening (vaardigheidsoefening)
    die Übung; Training; die Ausbildung; die Fingerübung; die Schulung

Translation Matrix for oefening:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausbildung oefening; vaardigheidsoefening bekwaming; educatie; geestelijke vorming; kundig maken; onderwijs; ontplooiing; ontwikkeling; opleiding; scholing; schoolopleiding; vooruitgang; vorming
Fingerübung oefening; vaardigheidsoefening lenigheidsoefening voor de vingers; vingeroefening
Schulung oefening; vaardigheidsoefening bekwaming; educatie; kundig maken; onderwijs; opleiding; scholing; schoolopleiding; vorming
Training oefening; vaardigheidsoefening bekwaming; kundig maken; training
Übung oefening; vaardigheidsoefening

Related Words for "oefening":

  • oefeningen

Wiktionary Translations for oefening:

oefening
noun
  1. test om de kennis te peilen

Cross Translation:
FromToVia
oefening Übung; Üben practice — repetition of an activity to improve skill
oefening Übung problem — schoolwork exercise
oefening Exerzitium; Übung; Exerzieren; Üben; Einüben exerciceaction d’exercer ou de s’exercer.

Related Translations for oefening