Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. laten gisten:


Dutch

Detailed Translations for laten gisten from Dutch to German

laten gisten:

laten gisten verb (laat gisten, liet gisten, lieten gisten, laten gisten)

  1. laten gisten

Conjugations for laten gisten:

o.t.t.
  1. laat gisten
  2. laat gisten
  3. laat gisten
  4. laten gisten
  5. laten gisten
  6. laten gisten
o.v.t.
  1. liet gisten
  2. liet gisten
  3. liet gisten
  4. lieten gisten
  5. lieten gisten
  6. lieten gisten
v.t.t.
  1. heb laten gisten
  2. hebt laten gisten
  3. heeft laten gisten
  4. hebben laten gisten
  5. hebben laten gisten
  6. hebben laten gisten
v.v.t.
  1. had laten gisten
  2. had laten gisten
  3. had laten gisten
  4. hadden laten gisten
  5. hadden laten gisten
  6. hadden laten gisten
o.t.t.t.
  1. zal laten gisten
  2. zult laten gisten
  3. zal laten gisten
  4. zullen laten gisten
  5. zullen laten gisten
  6. zullen laten gisten
o.v.t.t.
  1. zou laten gisten
  2. zou laten gisten
  3. zou laten gisten
  4. zouden laten gisten
  5. zouden laten gisten
  6. zouden laten gisten
diversen
  1. laat gisten!
  2. laat gisten!
  3. laten gisten
  4. gisten latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for laten gisten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fermentieren laten gisten

External Machine Translations:

Related Translations for laten gisten