Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. hetzelfde zijn:


Dutch

Detailed Translations for hetzelfde zijn from Dutch to German

hetzelfde zijn:

hetzelfde zijn verb (ben hetzelfde, bent hetzelfde, is hetzelfde, was hetzelfde, waren hetzelfde, hetzelfde geweest)

  1. hetzelfde zijn
    gleichen
    • gleichen verb (gleiche, gleichst, gleicht, glich, glicht, geglichen)

Conjugations for hetzelfde zijn:

o.t.t.
  1. ben hetzelfde
  2. bent hetzelfde
  3. is hetzelfde
  4. zijn hetzelfde
  5. zijn hetzelfde
  6. zijn hetzelfde
o.v.t.
  1. was hetzelfde
  2. was hetzelfde
  3. was hetzelfde
  4. waren hetzelfde
  5. waren hetzelfde
  6. waren hetzelfde
v.t.t.
  1. ben hetzelfde geweest
  2. bent hetzelfde geweest
  3. is hetzelfde geweest
  4. zijn hetzelfde geweest
  5. zijn hetzelfde geweest
  6. zijn hetzelfde geweest
v.v.t.
  1. was hetzelfde geweest
  2. was hetzelfde geweest
  3. was hetzelfde geweest
  4. waren hetzelfde geweest
  5. waren hetzelfde geweest
  6. waren hetzelfde geweest
o.t.t.t.
  1. zal hetzelfde zijn
  2. zult hetzelfde zijn
  3. zal hetzelfde zijn
  4. zullen hetzelfde zijn
  5. zullen hetzelfde zijn
  6. zullen hetzelfde zijn
o.v.t.t.
  1. zou hetzelfde zijn
  2. zou hetzelfde zijn
  3. zou hetzelfde zijn
  4. zouden hetzelfde zijn
  5. zouden hetzelfde zijn
  6. zouden hetzelfde zijn
diversen
  1. ben hetzelfde!
  2. bent hetzelfde!
  3. hetzelfde geweest
  4. hetzelfde zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hetzelfde zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
gleichen hetzelfde zijn congruent zijn; evenaren; gelijken; gelijkenis vertonen met; kloppen; kloppen met; lijken op; overeenkomen; overeenkomen met; overeenkomst vertonen; overeenstemmen; overeenstemmen met; stroken; stroken met

Related Translations for hetzelfde zijn