Dutch

Detailed Translations for kruik from Dutch to German

kruik:

kruik [de ~] noun

  1. de kruik (pul)
    der Krug; die Krüge; die Wärmflasche; die Flasche
  2. de kruik (waterkruik)
    die Wärmflasche; der Bettwärmer
  3. de kruik (stopfles)
    die Stöpselflasche

Translation Matrix for kruik:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bettwärmer kruik; waterkruik
Flasche kruik; pul fiool; flacon; fles; flesje; geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous; sofvent; wijnfles
Krug kruik; pul café; coffeeshop; knijp; kroeg; tapperij; taveerne; uitspanning
Krüge kruik; pul
Stöpselflasche kruik; stopfles kurkfles
Wärmflasche kruik; pul; waterkruik kruikje

Related Words for "kruik":


Wiktionary Translations for kruik:


Cross Translation:
FromToVia
kruik Wärmflasche hot water bottle — a flexible bottle for heat therapy
kruik Krug; Kanne jug — serving vessel
kruik Amphora; Amphore amphore — antiq|fr grand vase à deux anses dans lequel on mettre le vin, l’huile.
kruik Behälter; Besteck; Krug; Bottich; Bütte; Wanne; Zober; Zuber baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
kruik Kanne; Krug cruche — récipient à anse