Translate soupçon from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

soupçon:
- vermoeden; veronderstelling; verdenking; beschuldiging; voorgevoel; scheutje; wantrouwen; glimp; vleugje; zier
Wiktionary:
- soupçon → verdenking
- soupçon → scheutje

French

Detailed Translations for soupçon from French to Dutch

le soupçon (supposition; présomption; conjecture)
het vermoeden; de veronderstelling
- vermoeden [het ~] noun
- veronderstelling [de ~ (v)] noun
le soupçon (suspicion; supposition)
de verdenking; de beschuldiging
- verdenking [de ~ (v)] noun
- beschuldiging [de ~ (v)] noun
le soupçon (pressentiment; intuition; suspicion)
het voorgevoel
- voorgevoel [het ~] noun
le soupçon (coup; rien; pousse)
het scheutje
- scheutje [het ~] noun
le soupçon (défiance; méfiance)
het wantrouwen
- wantrouwen [het ~] noun
le soupçon (lueur; ombre; étincelle; trace; pointe; bouffée)
de glimp; het vleugje
- glimp [de ~ (m)] noun
- vleugje [het ~] noun
le soupçon
de zier
- zier [de ~] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
beschuldiging	soupçon; supposition; suspicion	accusation; doléances; imputation; inculpation; insinuation; plainte; plaintes; réclamation
glimp	bouffée; lueur; ombre; pointe; soupçon; trace; étincelle
scheutje	coup; pousse; rien; soupçon
verdenking	soupçon; supposition; suspicion
vermoeden	conjecture; présomption; soupçon; supposition
veronderstelling	conjecture; présomption; soupçon; supposition	assertion; hypothèse; idée fondamentale; point de départ; proposition; supposition; thèse; théorie; théorème
vleugje	bouffée; lueur; ombre; pointe; soupçon; trace; étincelle	petit peu; rien
voorgevoel	intuition; pressentiment; soupçon; suspicion
wantrouwen	défiance; méfiance; soupçon
zier	soupçon
Verb	Related Translations	Other Translations
wantrouwen		se défier de; se méfier de

soupçon

noun

het vermoeden van het uitvoeren van een (strafbaar) feit
- verdenking → soupçon; suspicion

Cross Translation:

From	To	Via
• soupçon	→ scheutje	↔ dash — small quantity of liquid