Spanish

Detailed Translations for plantar from Spanish to Dutch

plantar:

plantar verb

  1. plantar (replantar)
    beplanten
    • beplanten verb (beplant, beplantte, beplantten, beplant)
  2. plantar (cultivar patatas)
    poten; aardappelen poten
  3. plantar (cultivar; generar; criar; )
    kweken; fokken; voortbrengen; genereren; verbouwen; procreëren; planten; telen; aankweken; aanplanten; opkweken
    • kweken verb (kweek, kweekt, kweekte, kweekten, gekweekt)
    • fokken verb (fok, fokt, fokte, fokten, gefokt)
    • voortbrengen verb (breng voort, brengt voort, bracht voort, brachten voort, voortgebracht)
    • genereren verb (genereer, genereert, genereerde, genereerden, gegenereerd)
    • verbouwen verb (verbouw, verbouwt, verbouwde, verbouwden, verbouwd)
    • planten verb (plant, plantte, plantten, geplant)
    • telen verb (teel, teelt, teelde, teelden, geteeld)
    • aankweken verb (kweek aan, kweekt aan, kweekte aan, kweekten aan, aangekweekt)
    • aanplanten verb (plant aan, plantte aan, plantten aan, aangeplant)
    • opkweken verb (kweek op, kweekt op, kweekte op, kweekten op, opgekweekt)
  4. plantar (implantar; injertar)
    planten; in de grond zetten; poten

Conjugations for plantar:

presente
  1. planto
  2. plantas
  3. planta
  4. plantamos
  5. plantáis
  6. plantan
imperfecto
  1. plantaba
  2. plantabas
  3. plantaba
  4. plantábamos
  5. plantabais
  6. plantaban
indefinido
  1. planté
  2. plantaste
  3. plantó
  4. plantamos
  5. plantasteis
  6. plantaron
fut. de ind.
  1. plantaré
  2. plantarás
  3. plantará
  4. plantaremos
  5. plantaréis
  6. plantarán
condic.
  1. plantaría
  2. plantarías
  3. plantaría
  4. plantaríamos
  5. plantaríais
  6. plantarían
pres. de subj.
  1. que plante
  2. que plantes
  3. que plante
  4. que plantemos
  5. que plantéis
  6. que planten
imp. de subj.
  1. que plantara
  2. que plantaras
  3. que plantara
  4. que plantáramos
  5. que plantarais
  6. que plantaran
miscelánea
  1. ¡planta!
  2. ¡plantad!
  3. ¡no plantes!
  4. ¡no plantéis!
  5. plantado
  6. plantando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for plantar:

NounRelated TranslationsOther Translations
aankweken cría; cultivo; plantación; producción
aanplanten cultivo; plantación
fokken cultivo
kweken cría; cultivo; producción
planten cultivo; plantación; vegetación
poten cultivo; plantación; vegetación
telen cultivo; ganadería
verbouwen cultivo
VerbRelated TranslationsOther Translations
aankweken criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar
aanplanten criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar
aardappelen poten cultivar patatas; plantar
beplanten plantar; replantar
fokken criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar parir
genereren criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar
in de grond zetten implantar; injertar; plantar
kweken criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar parir
opkweken criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar
planten criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; implantar; injertar; originar; plantar
poten cultivar patatas; implantar; injertar; plantar
procreëren criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar
telen criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar
verbouwen criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar modificar; reconstruir; reformar; remodelar; renovar; transformar
voortbrengen criar; cultivar; engendrar; fomentar; generar; originar; plantar dar a luz; elaborar; fabricar; hacer; parir; producir

Synonyms for "plantar":


Wiktionary Translations for plantar:

plantar
verb
  1. door beplanting aanbrengen
  2. (een plant) in de aarde zetten om te laten groeien of bloeien
  3. ondiep in de aarde stoppen, met name van bollen, wortels, zaden e.d. om deze te laten groeien

Cross Translation:
FromToVia
plantar achterlaten; verlaten; in de steek laten jilt — to jilt
plantar planten; poten plant — place in soil or other substrate in order that it may live and grow
plantar planten; poten planter — Fixer une plante en terre pour qu’elle prenne racine.

Related Translations for plantar