Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
anomalía:
-
Wiktionary:
anomalía → anomalie
anomalía → afwijking, anomalie, abnormaliteit, onregelmatigheid, rariteit -
Synonyms for "anomalía":
anormalidad; irregularidad; desviación; aberración; rareza; desproporción; excepción
extrañeza; extravagancia; singularidad; ridiculez; defecto; deformidad
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for anomalía from Spanish to Dutch
anomalía: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ano: gat; anus; aars
- mal: ziek; aan een ziekte lijdend; slecht; gemeen; vals; min; naar; misselijk; onwel; onpasselijk; verkeerd; averechts; boos; kwaad; woest; razend; nijdig; furieus; ziedend; toornig; vertoornd; spinnijdig; klacht; bezwaar; grief; kwaadwillig; met slechte intentie; het klagen; stoornis; duivel; kwaal; demon; satan; slepende ziekte; ongemak; ongerief; satanisch; scheefgegroeid
- año: jaartal; jaargang; jaar; tijdsperiode
Spelling Suggestions for: anomalía
anomalía:
External Machine Translations: