Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. archivate:


English

Detailed Translations for archivate from English to Dutch

archivate:

archivate verb

  1. archivate (store; file; document; organize; organise)
    archiveren; opslaan; opbergen; bewaren
    • archiveren verb (archiveer, archiveert, archiveerde, archiveerden, gearchiveerd)
    • opslaan verb (sla op, slaat op, sloeg op, sloegen op, opgeslagen)
    • opbergen verb (berg op, bergt op, borg op, borgen op, opgeborgen)
    • bewaren verb (bewaar, bewaart, bewaarde, bewaarden, bewaard)

Translation Matrix for archivate:

NounRelated TranslationsOther Translations
bewaren saving; storing
VerbRelated TranslationsOther Translations
archiveren archivate; document; file; organise; organize; store archive
bewaren archivate; document; file; organise; organize; store conserve; guard from; keep; lay aside; lay up; preserve; put away; put up; save; secure; shield; stock; store
opbergen archivate; document; file; organise; organize; store lock up; put away; store; stow away
opslaan archivate; document; file; organise; organize; store lay up; put up; record; remember; save; secure; stock; store