Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Genitalien:
  2. Wiktionary:
Dutch to German:   more detail...
  1. genitaliën:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Genitalien from German to Dutch

Genitalien:

Genitalien [das ~] noun

  1. Genitalien (Geslechtsteile)
    de genitaliën; de geslachtsdelen; de geslachtsorganen; de schaamdelen

Translation Matrix for Genitalien:

NounRelated TranslationsOther Translations
genitaliën Genitalien; Geslechtsteile
geslachtsdelen Genitalien; Geslechtsteile
geslachtsorganen Genitalien; Geslechtsteile
schaamdelen Genitalien; Geslechtsteile

Synonyms for "Genitalien":

  • Intimbereich; Scham; Schambereich; Schamgegend; Schritt; Weichteile

Wiktionary Translations for Genitalien:


Cross Translation:
FromToVia
Genitalien genitaliën; voortplantingsorganen genitalia — genitals or sex organs



Dutch

Detailed Translations for Genitalien from Dutch to German

genitaliën:

genitaliën [de ~] noun, plural

  1. de genitaliën (geslachtsdelen; geslachtsorganen; schaamdelen)
    Geslechtsteile; Genitalien

Translation Matrix for genitaliën:

NounRelated TranslationsOther Translations
Genitalien genitaliën; geslachtsdelen; geslachtsorganen; schaamdelen
Geslechtsteile genitaliën; geslachtsdelen; geslachtsorganen; schaamdelen

Wiktionary Translations for genitaliën:


Cross Translation:
FromToVia
genitaliën Genitalien genitalia — genitals or sex organs